idene malen om zijn lichaam
gewonden. Hij droeg een lichtroode tunica, in de rechterhand hield hij
de zweep, in de linker de vier leidsels. De houding was uitermate
sierlijk en opgewekt. Toejuichingen en handgeklap werden met kalme
onverschilligheid ontvangen. Ben-Hur stond aan den grond genageld--zijn
instinct en geheugen hadden hem niet bedrogen: dat was Messala.
Aan de keus der paarden, aan den prachtigen wagen, aan de houding,
bovenal aan de trotsche uitdrukking op het koele, scherpe gelaat, zag
Ben-Hur, dat Messala onveranderd dezelfde gebleven was: hooghartig,
overmoedig, eerzuchtig, cynisch, onverschillig.
* * * * *
ACHTSTE HOOFDSTUK.
BIJ DE BRON.
Toen Ben-Hur zich met anderen gereedmaakte om heen te gaan, stond een
Arabier op en riep met luide stem: Gij mannen van het Oosten en van het
Westen, hoort! De goede Sheik Ilderim groet u. Met vier paarden, zonen
van Koning Salomo's lievelingsrossen, kwam hij naar Antiochie om aan de
wedrennen deel te nemen. Hij heeft een bekwaam menner noodig voor zijne
paarden. Wie ze naar wensch voor hem besturen wil zal hij met rijkdom
overladen. Maakt dit aanbod bekend, hier, daar in de stad, in den
circus, overal waar de sterken samenkomen. Zoo zegt mijn meester, Sheik
Ilderim de Edelmoedige.
De proclamatie verwekte veel beweging. Voor den nacht zou zij zeker alom
in Antiochie besproken worden. Ben-Hur keek besluiteloos van den heraut
naar den Sheik. Malluch dacht dat hij zich aan zou melden, en voelde
zich werkelijk verlicht, toen de jonkman zich tot hem keerde met de
vraag: Waar nu heen?
Malluch antwoordde lachend: Indien gij als anderen wilt doen, die het
Park voor de eerste maal bezoeken, dan laat u voor alle dingen
waarzeggen.
--Waarzeggen? Dat klinkt wel wat heidensch; maar 't zij zoo. Laat ons
naar de godin gaan.
--Neen, zoon van Arrius, deze Apollodienaars hebben een betere manier
dan dat. In plaats van een samenspraak met een Pythia of Sibylle,
verkoopen zij u een gewoon papyrusblad, slechts even gedroogd. Dat laten
zij u in het water dompelen van een zekere bron, waarna gij er, in een
versje, uwe toekomst op voorspeld vindt.
Ben-Hur, die eerst met belangstelling geluisterd had, antwoordde op
somberen toon: Sommige menschen behoeven zich niet over hunne toekomst
te bekommeren.
--Wilt gij dan liever naar de tempels gaan?
--De tempels zijn Grieksch, niet waar?
--Zoo noemt men ze ten minste.
--De Grieken
|