FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117  
118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   >>   >|  
zorgen had, dat zijn beschermling er niet afgleed. Het was nu volkomen dag geworden. Links zag hij land, maar te ver verwijderd om het te kunnen bereiken. Hier en daar dreven schipbreukelingen als hij, en verkoolde of nog rookende wrakken. Verderop dreef een verlaten galei, het zeil aan flarden gereten; nog verder bewegelijke stippen, die, naar hij dacht, vluchtende of achtervolgende schepen konden zijn. Zoo ging een uur voorbij. Zijne bezorgdheid nam toe. Als niet spoedig hulp opdaagde moest Arrius sterven. Gedurig vreesde Ben-Hur dat hij reeds dood was, hij lag zoo stil. Hij deed hem den helm af, gespte toen met groote moeite het harnas los, en bevond dat het hart nog klopte, schoon zwak en onregelmatig. Dat gaf hem nieuwen moed om vol te houden. Er was niets voor hem te doen dan te wachten, en naar de gewoonte zijns volks te bidden. * * * * * ZESDE HOOFDSTUK. VRIJ. Eindelijk sloeg Arrius tot groote vreugde van Ben-Hur de oogen op en keerden de levensgeesten weder. Zoodra hij spreken kon en na eenige vragen vernomen had door wien en hoe hij gered was, herinnerde hij zich alles van den geleverden slag. Het onzekere van de overwinning en de langdurige rust, indien hier van rust sprake kan zijn, deden het hunne om hem geheel tot bezinning te brengen. Na een poosje werd hij zeer spraakzaam. --Ik zie, zeide hij, dat onze redding afhangt van den uitslag van den strijd. Ik begrijp ook wat gij voor mij gedaan hebt. Gij hebt mij het leven gered met gevaar voor uzelven. Dat erken ik gaarne, en wat ook gebeuren moge, ik dank er u van harte voor. Als de fortuin mij gunstig is en wij goed en wel dit gevaar te boven komen, zal ik u toonen hoe een Romein van aanzien en macht zijn dankbaarheid bewijst. Maar het staat nog te bezien, of gij mij, in weerwil van uw goede bedoeling, werkelijk een dienst hebt bewezen. Daarom zou ik u de belofte willen afnemen, dat gij mij, zoo noodig, de grootste weldaad bewijzen zult, die de een mensch den ander bewijzen kan--wilt gij mij dat beloven? --Als het niets ongeoorloofds is al ik het doen, antwoordde Ben-Hur. Arrius bleef een oogenblik in gepeins verzonken. --Zijt gij werkelijk een zoon van Hur, den Jood? vraagde hij op eens. --Ja, heer. --Ik heb uw vader gekend. Juda kwam wat dichter bij den tribuun, daar diens stem nog zwak was. Hij luisterde met gespannen aandacht, en meende niet anders, of hij zou nu berichten van huis krijgen
PREV.   NEXT  
|<   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117  
118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   >>   >|  



Top keywords:
Arrius
 

groote

 

werkelijk

 
gevaar
 

bewijzen

 

fortuin

 

gunstig

 

spraakzaam

 

poosje

 

geheel


bezinning

 
brengen
 

redding

 
uzelven
 
gaarne
 

gedaan

 

uitslag

 

afhangt

 

strijd

 

begrijp


krijgen

 

gebeuren

 

berichten

 

vraagde

 

anders

 
verzonken
 

antwoordde

 

oogenblik

 

gepeins

 

meende


gespannen

 

tribuun

 
luisterde
 

dichter

 

gekend

 

aandacht

 

ongeoorloofds

 

beloven

 

bezien

 

weerwil


bewijst
 
dankbaarheid
 

toonen

 

Romein

 

aanzien

 
bedoeling
 

dienst

 
weldaad
 
mensch
 

grootste