FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118  
119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   >>   >|  
. Ik kende hem, had hem lief, vervolgde Arrius. Weder zweeg hij. Zijne gedachten schenen af te dwalen. --Het is onmogelijk, begon hij weer, dat gij, zijn zoon, niet gehoord zoudt hebben van Cato en Brutus. Dat waren groote mannen, en nooit grooter, dan in de ure van hunnen dood. Stervende lieten zij deze wet na. Een Romein mag zijn geluk niet overleven.--Luistert gij? --Ik luister. --De edelen van Rome zijn gewoon een ring te dragen. Zoo ook ik. Neem hem van mijn vinger. Hij stak Juda zijn hand toe, de jonkman voldeed aan zijn verzoek. --Steek hem nu aan je eigen vinger. Ben-Hur gehoorzaamde. --Dat kleinood kan u van dienst zijn, vervolgde de tribuun. Ik bezit een aanzienlijk vermogen. Zelfs in Rome ga ik voor rijk door. Ik heb geen familie. Toon den ring aan mijn zaakwaarnemer, gij zult hem in een villa bij Misenum vinden. Vertel hem hoe hij in uwe handen kwam en eisch van hem zooveel gij verlangt, of alles; hij zal u niets weigeren. Blijf ik leven, dan zal ik nog meer voor u doen. Ik zal u uwe vrijheid bezorgen en u aan uw volk en familie teruggeven; of wel, gij kunt u de loopbaan kiezen, die u het meest toelacht. Hebt gij mij begrepen? --Volkomen. --Welnu, beloof mij dan wat ik u vragen zal. Beloof het bij alle goden. --Neen, edele tribuun, ik ben een Israeliet. --Bij uw God dan, of doe het in den vorm, dien uwen geloofsgenooten de heiligste is. Beloof mij, dat gij doen zult wat ik vragen zal. Ik wacht uw antwoord. Beloof het mij. --Edele Arrius, uwe woorden doen mij vermoeden, dat er iets zeer gewichtigs zal volgen. Zeg mij eerst wat gij verlangt. --Zult gij het mij dan beloven? --Ik kan mij vooruit tot niets verbinden.--O tribuun, gezegend zij de God mijner vaderen! daar komt een galei. --Uit welken hoek? --Uit het noorden. --Kunt gij haar nationaliteit herkennen? --Neen, ik heb altijd op de roeiersbank gezeten. --Heeft zij een vlag in top? --Ik kan er geen zien, het is nog te ver af. Arrius zweeg eenige oogenblikken. Ten laatste vraagde hij: Houdt de galei nog koers hierheen? --Ja. --Kunt gij nu de vlag onderscheiden? --Zij heeft geen vlag. --Een ander kenteeken soms? --Een zeil. Het is een drieriemige galei, zij gaat zeer snel, dat is al wat ik er van zeggen kan. --Een Romeinsche galei zou, als zij overwinnaar was, verscheidene vlaggen in top voeren. Dit moet dus een vijandelijke zijn. Luister nu goed naar mij, terwijl het nog tijd is. Als die g
PREV.   NEXT  
|<   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118  
119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   >>   >|  



Top keywords:

tribuun

 

Arrius

 

Beloof

 
vinger
 

vervolgde

 

familie

 

vragen

 

verlangt

 
verbinden
 

vaderen


geloofsgenooten

 
heiligste
 

gezegend

 
antwoord
 

mijner

 

Israeliet

 

volgen

 
gewichtigs
 

vooruit

 

woorden


vermoeden

 
beloven
 

altijd

 

overwinnaar

 

verscheidene

 

Romeinsche

 
zeggen
 

drieriemige

 
vlaggen
 

voeren


terwijl

 

Luister

 

vijandelijke

 

kenteeken

 
gezeten
 
roeiersbank
 
herkennen
 

welken

 

noorden

 

nationaliteit


eenige

 

oogenblikken

 
onderscheiden
 

hierheen

 

laatste

 

vraagde

 
vrijheid
 

Luistert

 

overleven

 

luister