s. Toen Juda beneden kwam, had
de stoet zich weer geordend en wachtte de aanvoerder slechts op de
uitvoering van zijn laatste bevelen. Tirza en hare moeder, benevens het
geheele dienstpersoneel, werden door de noordpoort uitgeleid, die wel
een ruine geleek. Het gejammer der dienstboden, waarvan verscheidene
ingeboornen des huizes waren, was droevig om aan te hooren. Toen ten
slotte de paarden en het vee weggevoerd werden, begon Juda de wraak van
den procurator ten volle te begrijpen. Alles, tot het woonhuis toe, was
ten verderve gedoemd. Geen levende ziel, zoo luidde het bevel, mocht
binnen zijne muren blijven. Mochten er soms in Judea nog lieden gevonden
worden, vermetel genoeg om een Romeinschen beambte te willen vermoorden,
dan zou het lot der vorstelijke familie Hur hun tot waarschuwing kunnen
dienen, terwijl hunne tot eene ruine vervallen woning den indruk
levendig zou houden.
De hoofdman wachtte buiten, totdat een afdeeling soldaten de poort zoo
goed mogelijk weer in orde gebracht had. Het gevecht op straat was
geeindigd. Op de daken toonden hier en daar stofwolken aan, dat de rust
daarboven nog niet geheel hersteld was. De keizerlijke legioenen stonden
in 't gelid, even glansrijk als voorheen. Juda, die voor 't oogenblik
zichzelf geheel vergeten kon, had alleen aandacht voor de gevangenen,
waaronder hij tevergeefs zijne moeder en Tirza zocht.
Daar verrees eensklaps van den grond, waar zij neergehurkt zat, eene
vrouw, en snelde naar de poort. Een paar van de wachten schoten toe om
haar te grijpen; maar zij ontkwam aan hunne handen onder vreugdegejuich
der toeschouwers. Zij baande zich een doortocht naar Juda, viel aan
zijne voeten neder en omvatte zijne knieen.
--O, Amrah, goede Amrah, zeide hij, God helpe u, ik kan het niet.
Het was haar onmogelijk te spreken.
Hij boog zich tot haar neder en fluisterde: Leef, Amrah, voor Tirza en
mijne moeder. Zij zullen terugkomen, en--
Een soldaat trok haar weg; maar zij rukte zich los en snelde door de
poort en de gang naar den ledigen binnenhof.
--Laat haar gaan, beval de hoofdman. Wij zullen het huis verzegelen, en
zij kan verhongeren.
De manschappen hervatten hun werk, en toen zij aan dien kant gereed
waren, begaven zij zich naar de westzijde. Daar werd de poort eveneens
dicht gemaakt, waarna het oude paleis Hur vereenzaamd bleef staan. De
cohorte zette zich weder in beweging, terug naar den burcht, waar de
procurator eenige dagen rust hield, om van zijne w
|