op een tournooi in een feestgewaad bedekt met rinkelende rijnsguldens;
Engelsche edelen dragen hun kleed bezet met gouden nobels. [887] Op het
bruiloftsfeest van den graaf van Geneve te Chambery in 1434 voert een
groep van heeren en dames een dans uit, allen gekleed in het wit, bedekt
met "or clinquant", de heeren bovendien met breede gordels vol
schelletjes. [888]
Hetzelfde naieve behagen aan wat sterk de aandacht trekt, is ook op te
merken in den kleurenzin van den tijd. Om dezen volledig te bepalen, zou
een uitgebreid en statistisch onderzoek noodig zijn, dat zoowel de
kleurenschaal der beeldende kunst als die van kleeding en
versieringskunst betrof: wat de kleeding aangaat, zou zij meer uit de
talrijke beschrijvingen op te maken zijn, dan uit de schaars bewaarde
overblijfselen van stoffen. Hier volgen enkel eenige voorloopige
indrukken, gewonnen uit de beschrijving der kleedij bij tournooien en
intochten. Men heeft hier dus te doen met praal- en staatsiegewaden,
waarin natuurlijk een andere toonaard heerscht dan in de dagelijksche
kleeding. De gewone kleeding maakt reeds zeer veel gebruik van grijs,
zwart en paars. [889] Wat in de feest- en staatsiekleeding in de eerste
plaats treft, is het overheerschen van het rood. Niemand zal het
trouwens van dezen rooden tijd anders verwachten. Intochten zijn
dikwijls geheel in rood uitgemonsterd. [890] Daarnaast bekleedt het wit
als uniforme feestkleur een groote plaats. In de nevenschikking van
kleuren wordt elke combinatie geduld: rood-blauw, blauw-violet komen
voor. Op een feestvertooning, die La Marche beschrijft, verschijnt een
meisje in violette zijde op een hakkenei met een dekkleed van blauwe
zijde, geleid door drie mannen in vermiljoenroode zijde met kaproenen
van groene zijde. [891] Een voorliefde voor somber-gloeiende en
dof-bonte kleurschikkingen schijnt niet te miskennen.
Opmerkelijk is, dat als hoofdkleur van den dos het zwart en het violet
veel grooter plaats innemen dan het groen en blauw, terwijl geel en
bruin bijna geheel ontbreken. Het zwart, vooral in fluweel gebruikt,
vertegenwoordigt ontegenzeggelijk de trotsche, sombere praal, die de
tijd bemint, den hoogmoedigen afstand van het vroolijk bonte, dat alom
schatert. Philips de Goede gaat na de jaren zijner jeugd altijd in 't
zwart, en dost er ook zijn gevolg en zijn paarden in. [892] Koning Rene,
die nog ijveriger naar distinctie en verfijning zocht, gebruikt als
kleuren grijs-wit-zwart. [893]
De ger
|