|
ns weldra dien van de stralende zon, symbool der goddelijke
liefde. Ook hier had de Kerk aanvankelijk nog bedenkingen gekoesterd;
het gebruik der monstrans was enkel gedurende de week van het
sacramentsfeest toegestaan.
De overmaat van verbeeldingen, waarin de uitbloeiende middeleeuwsche
gedachte bijna alles had opgelost, zou louter wilde fantasmagorie zijn
geweest, wanneer niet bijna elke figuur, elk beeld, zijn plaats had
gehad in het groote, alles omvattende denksysteem van het symbolisme.
Er was geen groote waarheid, die de middeleeuwsche geest stelliger wist,
dan die van het woord aan de Corinthen: "Videmus nunc per speculum in
aenigmate, tunc autem facie ad faciem"; "Want wij zien nu door eenen
spiegel in eene duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht
tot aangezicht".--Zij hebben nooit vergeten, dat elk ding absurd zou
zijn, als zijn beteekenis uitgeput was in zijn onmiddellijke functie en
verschijningsvorm, dat alle dingen met een heel stuk reiken in de wereld
aan den anderen kant. Dat weten is ook ons als ongeformuleerd gevoel nog
op ieder oogenblik gemeenzaam, wanneer het geluid van den regen op de
bladeren of het schijnsel van de lamp over de tafel even doordringt tot
een dieper perceptie dan die van den praktischen denk- en handelingszin.
Het kan zich voordoen als een ziekelijke oppressie, zoodat de dingen
zwanger schijnen van een dreigende persoonlijke bedoeling of van een
raadsel, dat men kennen moet en niet kennen kan. Het kan ook, en zal
vaker, ons vullen met de rustige en sterkende verzekerdheid, dat ook ons
eigen leven deel heeft aan dien geheimen zin der wereld. En hoe meer dat
gevoel zich verdicht tot de huivering voor het Eene, waarvan alle dingen
uitstroomen, hoe lichter het van de zekerheid van enkele klare
oogenblikken zal overgaan tot een blijvend aanwezig levensgevoel, of
zelfs een geformuleerde overtuiging. "By cultivating the continuous
sense of our connection with the power that made things as they are, we
are tempered more towardly for their reception. The outward face of
nature need not alter, but the expressions of meaning in it alter. It
was dead and is alive again. It is like the difference between looking
on a person without love, or upon the same person with love.... When we
see all things in God, and refer all things to him, we read in common
matters superior expressions of meaning." [695]
Dit is de gevoelsgrond, waarop het symbolisme opgroeit. Bij God bestaat
niets l
|