n harmonisch verband verbindt voortdurend alle gebieden der gedachte.
De feiten van het Oude Testament beduiden, praefigureeren die van het
Nieuwe, die der profane geschiedenis weerspiegelen hetzelfde. Bij elk
denken valt, als in een kaleidoscoop, uit de ongeordende massa partikels
een schoone en symmetrische figuur samen. Elk symbool krijgt een
overwaarde, een veel sterkere graad van wezenlijkheid, doordat allen
tenslotte geschaard staan rondom het centrale wonder der eucharistie, en
daar is de gelijkheid geen symbolische meer, maar identiteit: de hostie
is Christus. En de priester, die haar tot zich neemt, wordt daarmee het
graf des Heeren; het afgeleide symbool deelt in de werkelijkheid van het
opperste mysterie, elk beduiden wordt een mystisch een-zijn. [699]
Door het symbolisme werd het mogelijk, de wereld, die in zich zelf
verwerpelijk was, toch te waardeeren en te genieten, en ook het aardsche
bedrijf te veredelen. Want elk beroep had zijn symbolische betrekking op
het hoogste en heiligste. De arbeid van den handwerker is de eeuwige
generatie en incarnatie des Woords en de bond tusschen God en de ziel.
[700] Zelfs tusschen de aardsche liefde en de goddelijke liepen de
draden van het symbolisch contact. Het sterke religieuze individualisme,
dat wil zeggen de cultiveering van de eigen ziel tot deugd en zaligheid,
vond zijn heilzaam tegenwicht in het realisme en symbolisme, die het
eigen leed, de eigen deugd, losmaakten uit de bijzonderheid van het
persoonlijke, en ophieven in de sfeer van het universeele.
De zedelijke waarde van de symbolische denkwijze is onafscheidelijk van
haar verbeeldingswaarde. De symbolische verbeelding is als de muziek op
den tekst der logisch uitgedrukte leerstellingen. "En ce temps ou la
speculation est encore toute scolaire, les concepts definis sont
facilement en desaccord avec les intuitions profondes." [701] Door het
symbolisme stond de geheele godsdienstige voorstellingsrijkdom open voor
de kunst, om haar uit te drukken, klank- en kleurrijk, en tegelijk vaag
en zwevend, zoodat de diepste intuities erop konden wegvlieden naar het
besef van het onzegbare.
* * * * *
De eindigende Middeleeuwen vertoonen die geheele denkwereld in haar
laatsten uitbloei. De wereld lag volkomen uitgespreid in die
alomvattende verzinnebeelding, en de symbolen werden als versteende
bloemen. Van oudsher had overigens het symbolisme de neiging bezeten, om
zuiver mechanisch
|