"Extraatje van Door en mij," stelde ze voor, op den egel wijzend.
"Neen, oompje, alleen van mij, Nel durfde hem niet opnemen."
"Een egel? Daar moet je nu Door voor wezen om zoo'n aantrekkelijk
diertje mee te nemen," lachte oom. "Wat zei zusje wel van zoo'n
cadeau? Maar dat behoef ik eigenlijk niet te vragen. Bij Leni is
immers elk dier welkom."
"Dat zei ik ook, oompje."
"Hoe jammer," zei Leni, "dat de egel zich nu heelemaal ingerold heeft."
"Dat is niets, die onbeleefdheid en dat nog wel op jouw verjaardag,
zal ik hem wel gauw afleeren," zei oom. "Dolf, haal mij eens een
kopje water, dan zullen we "extraatje," eens een bad geven."
Nauwelijks had de egel het water gevoeld, of hij begon zich te
ontrollen.
"O, kijk hem eens, kijk hem eens," riepen Dolf en Nel.
"Zie hem eens boos kijken," lachte Door. "Foei, oude jongen, niet zoo
ernstig en dat nog wel op zoo'n grooten feestdag als vandaag. Ziezoo,
zoo mag ik je liever, nu ben je ons tevreden "extraatje" weer."
"Stil, wij worden geroepen! Wie het eerst thuis is," zei oom en nam
Fritsje op zijn schouder en 't heele jolige troepje holde achter
hem aan.
"Fritsje gewonnen! Moesje! Fritsje gewonnen!"
"Ja, ja," lachte moeder, "jij lijkt het winterkoninkje wel, die bij
een wedstrijd onder de vogels, wie 't hoogste vliegen kon, onder de
vleugels van den adelaar kroop en zoo den strijd won, maar de andere
vogels leelijk fopte."
Daar begreep Fritsje niets van, maar wel, dat, wat op tafel stond,
heerlijk was.
"Bob en Hans, kom gauw. Hier staan beschuiten met muisjes op tafel,"
riep Dolf, die de tweede overwinnaar was. "Ter eere van 't zusje,"
zei mevrouw Van Brakel.
's Middags werd er croquet gespeeld, tot groot pleizier van de groote
en kleine menschen, maar niet het minst van Fox en Julia, die elken
bal naholden. Tot slot van het feest onthaalde moeder nog op een
heerlijke roomtaart, waarop ze voor de grap een vlaggetje gestoken
had en waarop stond: "Wie in Augustus geboren is, hoezee!"
Allen begonnen dadelijk te zingen, zoodat het een oorverdoovend leven
was. Toen werden er nog allerlei spelletjes verzonnen en moest Leni
"Toetie" raden uit: begraven steden en Door "vacantie."
Eindelijk werd het tijd voor de kleintjes om naar bed te gaan. Leni
mocht een uurtje langer opblijven. Toen eindelijk ook Door, Nel en
Dolf goeden nacht hadden gezegd, zongen ze nog als op den eersten dag
van de vacantie met een kleine verandering, door Door in het schoone
|