n veel meer
wildeman-achtig en voor een onbewoond eiland uitzag."
Wij hadden ons ieder op onze eigene slaapkamer verkleed om later
elkaar, als bij verrassing, in de kinderkamer--Crusoe's eiland--te
ontmoeten en Tieka juichte van pret, toen zij mij als Vrijdag zag. Ik
had mijn gezicht en armen bruin gemaakt en mijn haar los laten hangen
langs mijne slapen, het daarna in verschillende strengen verdeeld en
toen onderaan de punten zwarte bandjes gestrikt; het zag er anders zoo
erg blond uit! Verder droeg ik een zeer fantastisch kostuum in den vorm
van een schilderachtig om mij heen geslagen, geruiten reisdeken, om het
middel met een gordel van dik touw vast gemaakt, dat verder in trossen
van zware knoopen naar beneden hing. Ik weet niet of Vrijdag ooit zoo
getoiletteerd is geweest, maar Tieka vond alles prachtig, vooral mijn
bruin gezicht en het ongemeene kapsel. Ik had mijn japonlijfje
uitgetrokken, maar voelde me onder den plaid toch heel warm natuurlijk,
_te_ warm om behagelijk te zijn. En Tieka vond Vrijdag erg lui, toen
deze opeens midden in het bouwen van een tent van blokken, kistjes,
planken, voetebankjes, enz. op den grond ging zitten en uitriep: "Ik kan
niet meer!" Crusoe trok den ontrouwen knecht aan een van zijne lokken en
riep bevelend: "Gauw meehelpen! Anders komen wij voor den nacht niet
klaar!" toen ... de deur open ging en de barones von Zerclaere in
ruischende zijde haar voet op het onbewoonde eiland zette!
Even bleef zij zwijgend staan, daarop zei ze op een toon van de diepste
afkeuring: "Maar Fraeulein!" en Vrijdag, die terstond opgesprongen was,
kreeg een kleur onder zijn bruine huid. Tieka riep: "Moeder, moeder, we
spelen Robinson Crusoe!" maar deze verklaring stemde de barones
volstrekt niet gunstiger. Zij nam Tieka bij de hand en bracht haar naar
haar slaapkamer. "Kleed je terstond weer behoorlijk aan en redder daarna
dien prulleboel geheel op!" hoorde ik haar toornig zeggen en Tieka zei
alleen uit den grond van haar hart: "He, wat jammer!" maar deed toen
onmiddellijk wat haar bevolen was.
Juist wou ik ook zoo vlug mogelijk naar mijn kamer gaan om me te
verkleeden, toen de barones weer voor mij stond. Nooit zal ik vergeten,
hoe ongelukkig ik mij toen als Vrijdag voelde en hoe vurig ik verlangde,
weer heel gewoon Hedwig Eiche te wezen!
Tieka's moeder vond dat ik mij hoogst onbetamelijk had gedragen. En ik
_had_ zeker ook wel een ander spelletje kunnen kiezen, maar wij vonden
dit beiden zoo erg
|