vereenigd.
Onder Cromwell werden paleis en klooster grootendeels verwoest en eerst
gedurende de regeering van Karel II in 1671, werd het paleis weer
opgebouwd, waarbij het Noordwestelijk gedeelte uit den tijd van Jacobus
V, dat gespaard was gebleven, zijn oorspronkelijken vorm behield. In dit
oude gedeelte kan men nog de vertrekken zien, eens door Maria Stuart
bewoond.
Ik voelde mij als een ander mensch, toen wij door die nu zoo doodstille,
hooge kamers liepen. Men wees ons ook de deur en de smalle trap,
waarlangs de moordenaars van Rizzio zich indertijd toegang hebben weten
te verschaffen tot de vertrekken der koningin. Ook door de eetzaal
liepen wij, waar zij Rizzio gegrepen hebben, om hem daarna door de
slaapkamer en de audientiezaal heen te sleepen en eindelijk bij de
hoofdtrap dood te steken....
Zijn bloed liet sporen achter op den vloer der audientiezaal en men
zegt dat Maria die vlekken nooit heeft willen laten uitwisschen "omdat
zij er haar aan moesten herinneren dat zij het doel van haar wraak geen
oogenblik uit het oog mocht verliezen." Vreeselijk, niet waar?
Men wees ons later ook nog een eigenaardig oud huis, dicht bij
_Holyrood_ gelegen, dat _Queen Mary's Bath_ wordt genoemd, omdat Maria
Stuart--zoo gaat het verhaal, maar u en mij zou het zeker wel een beetje
duur uit komen!--hier geregeld iederen dag een bad van wijn kwam nemen
ter verhooging van hare schoonheid.
Door dit huis wisten ook de moordenaars van Rizzio te ontsnappen en in
het laatst der 18^e eeuw, toen het dak hersteld moest worden, vond men
tusschen de planken nog een fraai gedreven dolk, die
hoogstwaarschijnlijk aan een der samenzweerders had toebehoord.
Al deze dingen moest ik aan Tieka vertellen, terwijl haar moeder zeer
aandachtig toeluisterde (wel wat griezelig!) en mij op de vingers tikte,
als ik wat onnauwkeurig was in mijne uitleggingen. Ik vond Tieka nog zoo
klein voor al die akeligheid, maar de barones was dit blijkbaar niet met
mij eens en Tieka zelf was gelukkig niet zoo heel erg onder den indruk!
Zij zag telkens iets, dat haar aandacht afleidde en deed ontelbare
vragen en ... toen we weer buiten waren en nog even rond wandelden, liep
zij opeens op een drafje van ons weg naar een heel eenvoudige, Schotsche
vrouw met een alleraardigst, klein, dik jongetje van een paar jaar aan
de hand. Het kereltje had groote, lichtblauwe oogen en zulke bizonder
dikke, ronde wangen dat Tieka den lust niet kon weerstaan er even in te
kni
|