ig om zich echter al heel spoedig weer voorover te buigen
en gretig het raampje uit te kijken, terwijl zij Edinburg doorreed.
Het was mooi, frisch weer en het eigenaardig bekoorlijke licht, dat den
avond vooraf gaat, scheen over de schilderachtige stad. Op enkele
plaatsen waren de lantarens reeds aangestoken en achter sommige
winkelramen wierp reeds het kunstlicht een zacht schijnsel op kwistig
uitgestalde, veelkleurige Schotsche zijde en op aardiggevormd bruin- en
-geel aardewerk en kristal. Hedwig keek nieuwsgierig naar een paar
stoergebouwde, Schotsche soldaten, die vlak langs haar rijtuig gingen en
er met hunne frissche gelaatskleur, lichte jassen, korte, geruite
_kilts_ (rokjes) en groote, witte pluimen aan de lederen ceintuurs,
flink en krachtig uitzagen. Verrast keek zij op, toen ze tegenover de
weelderige winkels in Princes-street, in het stille avondlicht, hoog op
een rotsblok, de ruines zag liggen van het oude, grijze kasteel en
daaronder de takken der boomen van het fraaie park zag wuiven, waarin ze
nog juist met een oogopslag het beroemde Scott-monument kon
onderscheiden. Noemden de menschen in Edinburg dit een _straat_?
Prachtig mooi vond zij alles van toon en kleur en het onwezenlijke
halfdonker maakte den rit niet minder aantrekkelijk.
Met innig genot ademde zij de geurige lucht in, die door het open
raampje naar binnen kwam en haar hand gleed streelend langs de zachte
zijde der rijtuigkussens, maar toen het rijtuig stilhield voor een groot
heerenhuis, waaruit veel licht naar buiten scheen, begon haar hart
sneller te kloppen en drukte zij de handen even stijf tegen elkaar.
Zou Tieka al in de gang staan om haar op te wachten en ... de barones
misschien ook en zouden zij zich erg ongerust gemaakt hebben over haar
lang weg blijven? Zij sprong vlug het rijtuig uit en liep haastig het
huis in, maar in de hooge, fraai gemeubileerde gang was niemand dan een
zeer deftige knecht, die even voor haar boog met de woorden:
"_What name, please?_"
Haar naam? Hedwig vond het vreemd dat hij dien vroeg, iedereen wist toch
natuurlijk dat Tieka's Duitsche gouvernante elk oogenblik verwacht kon
worden! De knecht scheen hiervan echter volstrekt niet op de hoogte te
wezen en ze noemde hem haar naam en liet zich den weg wijzen naar een
vertrekje aan 't eind der gang. Ze moest een heele poos wachten, voordat
een tweede knecht verscheen om haar naar een schitterend verlichte
_drawing-room_ te brengen, waar de barones en d
|