ds met den arm op haar koffer geleund, stond zij er ernstig over na
te denken wat ze toch beginnen zou, want het werd hoe langer hoe later
en heel veel langer zou ze hier niet kunnen blijven staan! Ze _moest_
dat lastige adres weer te weten zien te komen. Was het niet een
_square_? Ja, dat meende ze zeker te weten, maar hoe heette dat square
nu toch ook weer?
Daar ontdekte zij in de verte een palfrenier in keurige livrei; hij kwam
snel op haar toe en zij kreeg een kleur van verrassing, toen hij beleefd
voor haar boog met de vraag of zij de Duitsche dame was, die bij den
baron von Zerclaere verwacht werd.
"_Yes, Yes, Yes!_" riep zij opgewonden, erg blij dat er eindelijk hulp
kwam opdagen.
In een ommezien had de palfrenier iemand gevonden, bereid de zorg voor
den koffer op zich te nemen. "_The carriage is waiting_," zei hij, zich
weer tot Hedwig wendend en zij volgde hem het station uit naar een
fraai, met twee vlugge, jonge paarden bespannen rijtuig, dat, met den
statigen koetsier op den bok, gereed stond haar verder te brengen. Ze
zag dat er niemand in zat, wat haar even verwonderde, maar zij begreep
dat de familie von Zerclaere reeds thuis moest zijn.
Beleefd stak de palfrenier zijn hand uit om haar bij het instappen te
helpen; zij vond echter dat zij het wel zonder zijn hulp kon stellen en
wilde vlug de trede opwippen, toen de hak van haar schoen haken bleef in
het boorband van haar japon, dat losgeraakt was.
"_Nein!_" riep ze verschrikt en ze zou gevallen zijn, als de voorkomende
palfrenier het niet verhinderd had.
Het band scheurde een heel eind verder af. Zij vond het erg verdrietig;
nu zag zij er nog minder netjes uit en ze schaamde zich voor den
palfrenier en voor den koetsier, die even omgekeken had.
[Illustration: Het standbeeld van Walter Scott in Princesstreet, Edinburg.]
Haastig onderzocht zij of ze geen speld bij zich had; ze kon er echter
nergens een vinden. Zou de palfrenier ... maar wat _was_ speld ook weer
in 't Engelsch? Het was haar opeens alsof ze geen enkel Engelsch woord
meer wist!
Daar had zij het! "_Pin ... pin!_" riep ze. "_Have you a pin for me?_"
"_Certainly_," zei de palfrenier, wiens mondhoeken verraderlijk begonnen
te trillen en hij nam vier kostbare spelden van den binnenkant van zijn
jas en reikte haar die over.
Ze dankte hem met een vriendelijk knikje. Hij sloot het portier en met
een zucht van welbehagen leunde zij achterover tegen de zachte kussens
van het rijtu
|