buiging voor haar aanstaande meesteres en verdween.
"O, o, wat _ben_ je lang weggebleven! Ik dacht dat ik je nooit weer
terug zou zien. En hoe is het?" riep de trouwe Anna Schaub, zoodra zij
haar het hotel uit zag snellen.
"Aangenomen!" riep Hedwig met een stralend gezicht. "Aangenomen als
gouvernante bij een allersnoesigst meisje van tien jaar. En zij wonen in
Schotland, in Edinburg, en Maandag moet ik eerst naar Londen en ik ben
zoo dol, dol, dolblij dat ik jou even een kus _moet_ geven!"
En tot verbazing van de voorbijgangers drukte zij Anna opeens een
hartelijken kus op de wang.
"Niet doen! Niet doen!" riep Anna onthutst, maar Hedwig lachte maar.
"Den baron heb ik nog niet gezien," ging zij voort, heel rad sprekend,
"van hem kan ik je dus nog niets vertellen; dat komt dan later wel. O,
nu zal ik moeder echt kunnen helpen! Ik schrijf dadelijk naar huis. Wat
zal Claerchen ophooren! Zij zal natuurlijk alles van Tieka willen weten."
"En je leeftijd," vroeg Anna, "was die geen bezwaar?"
"Neen, daar heeft de barones _gelukkig_ niet naar gevraagd. Ze merkte
wel een paar malen op dat zij me jong vond, maar ze denkt toch bepaald
dat ik minstens twintig ben...."
Anna schudde zwijgend het hoofd; ze zag met zekeren weemoed naar het
jonge meisjesgezicht, op dit oogenblik haast weer geheel een
kindergezicht, dat blij en onbezorgd het leven in keek. "Ik hoop heel
hartelijk dat het je niet tegen zal vallen," zei ze.
"Daar ben ik niet bang voor," klonk het opgeruimd uit Hedwig's mond.
HOOFDSTUK II.
"My Dear!"
De brief naar huis werd dadelijk geschreven: Hedwig's pen vloog over het
papier. "O moeder, ik ben zoo blij, zoo vreeselijk blij, vooral omdat u
ook zoo blij zult zijn," schreef zij. "Prachtig, drie malen blij in een
zin, vindt u niet? En dat nog wel voor een gouvernante! Maar u plaagt
mij altijd omdat ik zoo graag een woord, dat me bevalt, vaak gebruik,
weet u wel? Dat moet u nu echter maar over het hoofd zien; het komt
allemaal omdat ik het zoo heerlijk, _heerlijk_ vind dat ik zoo gauw iets
goeds gevonden heb. Ik zal u alles haarfijn vertellen...."
Wat ging dat vlug en wat waren er gauw een paar velletjes vol, dacht
Anna. Hedwig moest toch wel bizonder knap zijn en de barones von
Zerklaere mocht het wel op prijs stellen dat zij zoo'n flink, lief
gouvernantetje bij haar kind kreeg!
Hedwig's moeder schreef per keerende post een brief terug vol liefde en
hartelijke groeten van haarzelf en van
|