mengerael ende
sijn hongher is sonder mate: ende al sijn wi arm, hi en achtes niet,
want hi en wilt ons niet laten. Ierstwerf bereyt hi sine spise, ende
verbernt in minnen al onse sonden ende ghebreken. Ende alse wi dan
ghesuvert sijn ende in minnen ghebraden, soe gaept hi alse die ghier
diet al verslocken wilt.... Mochten wi sien die ghierighe ghelost (lust)
die Christus heeft tote onser salicheit, wi en mochten ons niet
onthouden wi en souden hem in die kele vlieghen. Al verteert ons Jhesus
te male in hem, daer vore gheeft hi ons hem selven, ende hi gheeft ons
gheesteliken hongher ende dorst sijns te ghesmaken met ewigher lost. Hi
gheeft ons gheesteliken hongher, ende onser herteliker liefde sijn
lichame in spisen. Ende alse wi dien in ons eten ende teren met ynnigher
devocien, soe vloyet uut sinen lichame sijn gloriose heete bloet in onse
nature ende in alle onse aderen.... Siet, aldus selen wi altoes eten
ende werden gheten, ende met minnen op ende nedergaen, ende dit is onse
leven in der ewicheit". [684]
Een kleine schrede, en men is van deze hoogste vervoeringen der mystiek
weer bij een plat symbolisme. "Vous le mangeres,--zegt van de
eucharistie _Le livre de crainte amoureuse_ van Jean Berthelemy--, roti
au feu, bien cuit, non point ars ou brule. Car ainsi l'aigneau de
Pasques entre deux feux de bois ou de charbon estoit cuit convenablement
et roty, ainsi ledoulx Jesus, le jour du Vendredi sacre, fut en la
broche de la digne croix mis, attachie, et lie entre les deux feux de
tres angoisseuse mort et passion, et de tres ardentes charite et amour
qu'il avoit a nos ames et a nostre salut, il fut comme roty et
langoureusement cuit pour nous saulver." [685]
Het beeld van de dronkenschap en den honger weerspreekt reeds de
meening, dat elk godsdienstig zaligheidsgevoel erotisch geinterpreteerd
zou moeten worden. [686] Het instroomen van den goddelijken invloed
wordt evengoed als een drinken of een gebaad worden ondergaan. Een
Diepenveensche devote voelt zich geheel overstort met het bloed van
Christus en bezwijmt. [687] De bloedfantazie, voortdurend door het
geloof aan de transsubstantiatie levend gehouden en geprikkeld, uit zich
in de bedwelmendste uitersten van rooden gloed. De wonden van Jezus,
zegt Bonaventura, zijn de bloedroode bloemen van ons zoete en bloeiende
paradijs, waarover de ziel als een vlinder zweven moet, dan aan deze dan
aan gene drinkende. Door de zijwond moet zij binnendringen tot het hart
zelf
|