den, bekende onder bedreiging
met de tortuur, dat zij zich zoo gedroeg, omdat het haar broodwinning
was. [654]
Gerson achtte de vizioenen en revelaties van den jongsten tijd, die
overal gelezen werden, niet veel waard. Zelfs die van befaamde heiligen
als Brigitta van Zweden en Catharina van Siena verloochent hij. [655]
Hij had er zooveel gehoord, die hem het vertrouwen benamen. Velen
verklaarden, dat hun geopenbaard was, dat zij paus zouden worden; een
geleerd man had het zelfs eigenhandig beschreven en met bewijzen
gestaafd. Een ander was eerst overtuigd geweest, dat hij paus zou
worden, maar daarna, dat hij de Antichrist of althans diens voorlooper
zou zijn, waarom hij had omgegaan met de gedachte, zich het leven te
benemen, om de christenheid niet zulk een onheil aan te doen.
[656]--Niets is zoo gevaarlijk, zegt Gerson, als een onkundige devotie.
Wanneer de arme vromen hooren, dat Maria's geest zich verblijdde in
haren God, dan trachten zij ook zich te verblijden, en stellen zich van
allerlei voor, nu met minnen, nu met vreezen; daarbij zien zij allerlei
beelden, die zij niet kunnen onderscheiden van de waarheid en die zij
allen voor wonder houden en voor het bewijs van hun voortreffelijke
devotie. [657] Maar dit was juist hetgeen de moderne devotie aanbeval.
"Soe wie hem in desen artikel mit herten ende mit al sinen crachten den
liden ons Heren innichlic geliken ende gheconformieren wil, die sal hem
selven pinen, druckich ende wemoedich te maken. Ende is hi in enighen
teghenwoerdighen druc, die sel hi mitter druckelicheit Christi
verenighen ende begheren mit hem te deilen". [658]
Het schouwende leven heeft groote gevaren, zegt Gerson; velen zijn er
zwaarmoedig of gek van geworden. [659] Hij weet, hoe licht een te
aanhoudend vasten tot waanzin of hallucinaties leidt; hij weet ook, welk
een rol het vasten speelt in de praktijken der tooverij. [660] Waar
moest een man met zulk een scherpen blik voor het psychologische moment
in de uitingen van het geloof de grens trekken tusschen het heilige en
geoorloofde en het verwerpelijke? Hij voelde zelf, dat enkel zijn
rechtzinnigheid hem hier nog niet genoeg gaf; het was gemakkelijk
genoeg, om als geschoold godgeleerde overal den staf te breken, waar van
het dogma klaarblijkelijk werd afgeweken. Maar daarnaast stonden al de
gevallen, waar de ethische beoordeeling der uitingen van vroomheid hem
het richtsnoer moest zijn, waar zijn gevoel voor maat en goeden smaak
hem het von
|