gezegd: "O
ja, ja."
Hedwig had toen even haar hoofd in de kussens gedrukt en een oogenblik
had Claerchen gemeend dat zij haar zacht hoorde snikken, maar ze dacht
later dat zij zich dit toch moest verbeeld hebben, want toen Hedwig weer
opkeek, glimlachte zij en zag ze alleen maar wat bleek.
En nu was het juist alsof vandaag alles weer wat vroolijker was dan
gisteren! Zij kregen nu ook wel avondeten; dat was in lang niet gebeurd.
Hedwig had naaiwerk verkocht in een der groote winkels in de stad en er
meer geld voor ontvangen dan zij verwacht had en terwijl zij de tafel
dekte, deed zij een aardig verhaal van haar tocht, dat haar moeder en
Claerchen aan het lachen bracht.
Wat keken Claerchen's oogen begeerig naar de gebakken aardappelen! Die
zagen er dan ook zoo lekker bruin uit, met de smakelijke, knappende
korstjes; alleen moeder kon ze zoo bakken. Zij kregen er sla bij en
ieder een half ei; Claerchen vond het een feestmaal, maar zij had wel
heel graag wat meer gehad!
Wat had Hedwig toch langzaam gegeten, dacht ze; die alleen had nog maar
wat op haar bord en zij had nog wel het minst genomen, dat had Claerchen
duidelijk gezien! Zij keek eens even naar het heerlijke hapje, dat
straks in Hedwig's mond moest verdwijnen; toen zag ze snel weer voor
zich, want Hedwig had haar lachend aangekeken. Daar schoof ze haar bord
naar Claerchen toe.
"Hier, neem jij dit nog maar."
"Neen, neen, Hedwig."
"Ja, ja, Claerchen. Kom, eet maar gauw op; ik zie aan je neus dat je er
trek in hebt."
"Ja maar ... jij dan niet?"
"Lang niet zooveel als jij. Komaan, een, twee, drie, opeten! Je moet mij
gehoorzamen, vergeet dat niet. Ik ben al vijftien en jij pas elf."
"Over een maand twaalf," zei Claerchen. Ze liet zich echter niet langer
nooden. Lachend at zij het lekkere hapje op, terwijl ze Hedwig dankbaar
toeknikte. Of zij nog trek had! Eigenlijk had zij dat tegenwoordig
altijd nog, als zij van tafel opstond. Hedwig niet, ten minste ... die
_deed_ gewoonlijk net of zij wel degelijk genoeg gehad had.
Claerchen hoopte altijd dat zij later op Hedwig zou gaan lijken en even
knap worden. Hedwig ging niet meer school; dat was, ten minste volgens
Claerchen's oordeel, ook niet meer noodig, zij wist werkelijk genoeg! Zij
kon vrij goed Fransch en Engelsch spreken en vele andere dingen, die
Claerchen nog leeren moest. Toen zij klein was, had Hedwig een poosje een
Engelsche gouvernante gehad, maar dat was geweest in den tijd toen zij
n
|