lijk ook
met een klein salaris beginnen; maar daarover kunnen we straks nog
spreken. Ik had u wel eerder mogen vragen of het voor u geen bezwaar zou
zijn Duitschland te verlaten? Mijn echtgenoot is consul geweest in
Italie; hij heeft zijn betrekking neergelegd en nu gaan wij voor goed in
Schotland wonen. Wij hebben een huis even buiten Edinburg. Ik ben een
Engelsche."
Hedwig haastte zich op te merken dat er voor haar geen 't minste bezwaar
bestond om naar Schotland te gaan. "Ik vind het juist heerlijk veel te
zien van de wereld," liet zij zich ontvallen.
De barones knikte even heel genadig. Zij stelde nu juist niet zoo heel
veel belang in wat Hedwig "heerlijk" vond.
"Ik heb lust het eens met u te beproeven," herhaalde zij, "maar u lijkt
me nog heel jong...." Hedwig beefde, "en u zult u dus met een niet groot
salaris tevreden moeten stellen. Ik zal u jaarlijks 15 pond[1] geven;
vindt u dat goed? Natuurlijk betaal ik ook uw overtocht."
Hedwig boog haastig toestemmend. _Zij_ vond het salaris niet klein.
Vijftien pond! Daarvan zou ze toch het grootste gedeelte aan haar moeder
kunnen sturen.
"Wilt u dan nog even piano voor mij spelen of wat zingen?" vroeg de
barones opstaande en Hedwig de piano wijzend. "Ik zal mijn dochtertje
roepen, dan kunt u kennis met haar maken. Begin maar te spelen, als 't
je blieft."
Hedwig gehoorzaamde. Ze was juist in een stemming om te zingen; ze
voelde zich zoo opgewekt! Even dacht zij na, toen sloeg ze de toetsen
aan en zong vroolijk met haar frissche, jonge stem:
"Ein Maennlein steht im Walde ganz still und stumm,
es hat von lauter Purpur ein Maent'lein um.
Sagt, wer mag das Maennlein sein,
das da steht im Wald allein
mit dem purpurrothen Maentelein?
...
Das Maennlein steht im Walde auf einem Bein,
und hat auf seinem Haupte schwarz Kaepplein klein.
Sagt, wer mag das Maennlein sein,
das da steht im Wald allein
mit dem kleinen schwarzen Kaeppelein?"
Nauwelijks had zij het laatste woord gezongen of een blijde kinderstem
riep: "_Schoen! Nice!_" En terstond daarop zong dezelfde stem:
"Das Maennlein dort auf einem Bein, mit seinem rothen Maentelein und
seinem schwarzen Kaeppelein, kann nur die Hagebutte sein!"
Hedwig keek snel om. Naast de barones stond de kleine zangeres, een kind
met kort, heel krullend donker haar en donkerblauwe oogen, die haar
vroolijk aanzagen.
"Heel goed gespeeld en uwe stem bevalt mij ook," zei de barones. "En dit
|