FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229  
230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   >>   >|  
Jean de Marche, zijn biechtvader, er is niemand, die wil, dat ge kwaad zult doen, enkel goed. Het is duidelijk, dat de hooge verwanten, toen de ascetische neigingen van den knaap onuitroeibaar bleken, bewondering en trots over het geval zijn gaan voelen. Een heilige, en zulk een jonge heilige, uit en in hun midden! Denk u den armen ziekelijken jongen, onder het gewicht van zijn kerkelijke hoogwaardigheid, te midden van de overdadige praal en het hoogmoedig hofleven van Berry en Bourgondie, hijzelf ontoonbaar van vuil en ongedierte, altijd bezig met zijn armzalige kleine zonden. Het biechten zelf was bij hem als tot een slechte gewoonte geworden. Iederen dag schreef hij zijn zonden op een lijstje, en als hij het op een reis of tocht niet had kunnen doen, haalde hij het achterna met uren lang schrijven in. Men zag hem er 's nachts aan schrijven, of bij de kaars zijn lijstjes lezen. Dan stond hij midden in den nacht op, om bij een zijner kapelaans te biechten. Soms klopte hij vergeefs aan hun slaapvertrekken; zij hielden zich doof. Vond hij gehoor, dan las hij de zonden van zijn papiertjes af. Van twee of driemaal per week werd het in zijn laatste dagen tweemaal per dag; de biechtvader mocht niet meer van zijn zijde weg. En toen hij aan de tering eindelijk gestorven was, na te hebben verzocht om van den arme begraven te worden, vond men een heele kist vol van de ceeltjes, waarop de zonden van dit kleine leven dag aan dag waren neergekrabbeld. [612] Er is nog een geval, dat ons de verhouding van hofkringen en heiligheid eenigermate doet kennen: het verblijf van Saint Francois de Paule aan het hof van Lodewijk XI. Het zonderlinge vroomheidstype van den koning is zoo bekend, dat het hier niet uitvoerig behoeft te worden behandeld. Lodewijk, "qui achetoit la grace de Dieu et de la Vierge Marie a plus grans deniers que oncques ne fist roy", [613] vertoont al de hoedanigheden van het onmiddellijkste en nuchterste fetichisme. In zijn reliekenvereering, zijn hartstocht voor pelgrimages en processies schijnt elke hoogere wijding, elke zweem van eerbiedige reserve, te ontbreken. Hij solt met de heilige voorwerpen, als waren het enkel dure huismiddeltjes. Het kruis van Saint Laud te Angers moet expresselijk naar Nantes komen, om er een eed op te laten doen, [614] want een eed op het kruis van Saint Laud gold Lodewijk meer dan eenige andere eed. Wanneer de connetable de Saint Pol, in 's konings tegenwoordigheid geroepen, hem verzo
PREV.   NEXT  
|<   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229  
230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   >>   >|  



Top keywords:

zonden

 

midden

 
heilige
 

Lodewijk

 
biechtvader
 

kleine

 

schrijven

 

biechten

 

worden

 

ceeltjes


waarop

 
behoeft
 

uitvoerig

 

geroepen

 
begraven
 
achetoit
 
behandeld
 

bekend

 

heiligheid

 
eenigermate

kennen
 

neergekrabbeld

 

hofkringen

 

verhouding

 
verblijf
 
vroomheidstype
 

koning

 

zonderlinge

 

Francois

 

oncques


voorwerpen
 

huismiddeltjes

 

Angers

 

konings

 

eerbiedige

 

reserve

 

ontbreken

 

connetable

 

eenige

 
andere

Wanneer

 
expresselijk
 
Nantes
 

wijding

 

hoogere

 
verzocht
 

vertoont

 
deniers
 

hoedanigheden

 
pelgrimages