FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106  
107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   >>   >|  
nd endelijk, hoe die trage zich naar de deurklinke reikte en hoe de deurklinke daar precies te wachten hing.... Ze tort beraden binnen. Niemand was hier in de keuken. Hare blikken vielen links en rechts op 't vele tinnen en koperen gerief. De koffie stond te dampen op de stove en daar walmde allentwege de goede geur. Tante Olympe stak loerend de zijkamer open en fluks, als ze Goedele herkende, kwam voor haar staan, treurig doende met haar gerimpeld witte gezichtje. Ze zeiden mekaar geen goeiendag. Dat lag zoo verre van haar. Goedele vroeg, lage sprekend: --Wiezeken?... Tante Olympe zeeg neer op een stoel en bracht haren voorschoot over haar wezen. Goedele moest nevens haar gaan zitten en herhaaldelijk vragen nog, eer het oude wijveken haar geween kon breken. Ze stotterde op een ende: --De dokter is er bij.... Ze hebben er aan gewerkt dezen nacht, met drijen.... Ze hebben er aan gesneden ... en Wiezeken haar keelken ligt open. --Wat zegt de dokter? --Niets ... en durft hij--maar ik, juffrouw, ik weet wel wat sterven is en hoe de Dood doet, als ze nadert.... Dat arme boeleken! --En Romaan? Ze had een flauwen lach over hare magere lippen, om te beteekenen dat het ook met hem deerlijk gelegen was. Ze blikte dan zuchtend langs 't venster naar den wit-grijzen hemel en ze fluisterde: --We zijn hier in dees huis, nu juist twee jaar geleden, binnengekomen. Ze vouwde hare vereelte handen op haren schoot te gare en voortdurend tuurde naar het effen geluchte, met schokjes zeggend: --En zoo gaat Wiezeken eruit ... en zoo zal ik eruit gaan ... en zullen wij allemaal eruit gaan.... --Is mijnheer Ameye hier? Tante Olympe begon te tateren en haar kaken glansden op, zonder overgang. --O ja! die goeie mijnheer! Ze sprak met bewondering en dankbaarheid over hem. Alle dagen was hij komen zien hoe 't ging. Hij was 't, die de dokters was gaan opzoeken en Romaan met brave woorden steunde. Den vorigen nacht was hij tot heel late gebleven, omdat Wiezeken er zoo heel ellendig uitzag. In den komenden morgen had hij hem pas verlaten, maar straks zou hij weer binnenloopen en nieuws vragen. Hij had tante Olympe aangespoord om te schrijven aan Goedele. --Och, me-kind, ik en dacht er niet aan. Ge moet me vergeven. Ik ben heelemaal zonder memorie en 'k dool alhier en al ginds met mijnen poveren kop! Het is nu goed, danig goed, dat ge gekomen zijt. Goedele hoorde in de zijkamer de stem van den dokter, in druk geflu
PREV.   NEXT  
|<   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106  
107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   >>   >|  



Top keywords:

Goedele

 

Olympe

 

Wiezeken

 

dokter

 

mijnheer

 

zijkamer

 
hebben
 

deurklinke

 

vragen

 

Romaan


zonder
 

bewondering

 

tateren

 

glansden

 

overgang

 

schokjes

 

geleden

 

binnengekomen

 
vouwde
 

handen


vereelte

 
fluisterde
 

schoot

 

zullen

 

allemaal

 
zeggend
 

tuurde

 
voortdurend
 

geluchte

 

dankbaarheid


vorigen

 

heelemaal

 

memorie

 

vergeven

 

alhier

 

gekomen

 

hoorde

 
mijnen
 

poveren

 

schrijven


aangespoord
 
steunde
 

woorden

 
opzoeken
 
dokters
 
gebleven
 

straks

 

binnenloopen

 

nieuws

 

verlaten