FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104  
105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>   >|  
elend in haar kele: --Watte?... Watte?... Hein? Ze beloerde 't stille geween van Goedele, elken traan te reke, die rond werd onder de donkere wimpers, klaar optikkelde met een sterreken veranderlijk licht en trage neerwaarts droop. Goedele stamelde: --Slecht nieuws.... --'t Is van Wiezeken, niet waar? --Wiezeken is aan het sterven. Ze zaten nu allebei rechtover mekaar, in stilte te schreemen. In langen tijd had Ursule zoo 'n ware emotie niet gehad en ze verwonderde zich dat dees waarachtige droefheid, die haar week maakte en afmatte, haar zacht was en deugdelijk. Ze voelde dat ze met dees leed tot dichtebij Romaan naderde en ze jubelde zoete, al snikkend, omdat Romaan zoo dichtebij was. Ze werd bijna tegen hare vingeren de warmte gewaar van zijn geliefde voorhoofd.... Ze zei: --Ge moet gaan.... --Ja. --Ge moet zeggen ... iets van mij ... iets van zijne moeder ... aan Romaan. Goedele voelde dadelijk dat moeder rechtzinnig was en ze wilde haar geerne kussen, dankbaar om hare goede smert. Binstdat ze zich met haast aankleedde, vertelde ze van den verloren broer, zooals ze er nog nooit hier in huis over had verteld. Ze wist vele bijzonderheden aan te halen, waaruit het gulden hert van Romaan stralend te voorschijn kwam. Het was alsof ze tewege was ook van Madeleen te spreken. Het woord verzoening geraakte bijkans op hare lippen.... Ze zweeg echter, op dat woord juist, nog aarzelend en nog vreezend. Buiten, op de koude straat, tort ze dapper door. Ze was weer in 't gewoel van de haastige menschen, ze taakte weer het drukke werk van al die dravende lijven, en, hoe onzeker ook, ze genoot de luchtige vrijheid lijk overrijd. Maar gauw drilden hare voeten, al slaande tegen hare rokken, en ze beluisterde den slag, hem gauwer aanzettend, om gauwer ginder te zijn. De winkels met hunne breede vensters en veelvervige uitstallingen sleerden zijlings voorbij. Ze herkende ievers een confectiehuis en wierp hare blikken subiet anderzijds. Een oud ventje hinkte krukkebeenend op haar af en reikte eene bevende hand uit. Ze bleef staan en vingerde in haar geldtasje en gaf een stuiver aan den man. Hij boog en een kistje met solferdoosjes, dat hing op zijne borst, kwikte schier omme. Ze hoorde niet wat hij mompelde. Ze was tevreden dat ze hem iets gegeven had en dat het niet lang geduurd had. Ze geraakte zoo in 't lage van de stad. De trams zoefden en kruisten malkaar. De karren waggelden met ongemeen gedruisch. Een
PREV.   NEXT  
|<   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104  
105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>   >|  



Top keywords:

Romaan

 

Goedele

 

geraakte

 

Wiezeken

 

moeder

 

voelde

 

gauwer

 

dichtebij

 

rokken

 

slaande


bijkans

 

winkels

 

ginder

 
aanzettend
 

voeten

 

beluisterde

 
overrijd
 
dapper
 

gewoel

 

haastige


taakte

 

menschen

 
echter
 

Buiten

 

vreezend

 

straat

 

drukke

 

vrijheid

 

luchtige

 

aarzelend


genoot

 

onzeker

 

lijven

 

dravende

 

lippen

 

drilden

 

schier

 

hoorde

 

mompelde

 

kwikte


kistje

 

solferdoosjes

 

tevreden

 
gegeven
 

karren

 

malkaar

 

waggelden

 

ongemeen

 
gedruisch
 
kruisten