at nog in 1641 bij de bruiloft van den
jongen prins van Oranje met Maria van Engeland de practical jokes niet
ontbraken, om den bruidegom, een knaap nog, de consummatie van het
huwelijk quasi te beletten, dan verbaast men zich niet over de
onbeschaamde uitgelatenheid, waarmee vorstelijke en adellijke huwelijken
omstreeks 1400 plachten gevierd te worden. Het obsceen gegrinnik,
waarmee Froissart de bruiloft van Karel VI met Isabeau van Beieren,
oorsprong van groote tragedien, verhaalt, of het epithalamium, dat
Deschamps aan Antonie van Bourgondie wijdde, kunnen als voorbeelden
strekken. [362] De _Cent nouvelles nouvelles_ vertellen als iets heel
gewoons van een bruidspaar, dat met de vroegmis trouwt, en na een
lichten maaltijd terstond te bed gaat. [363] Al de grappen, die hetzij
bij de bruiloft of bij het liefdeleven in 't algemeen hoorden, werden
ook voor het gezelschap van dames passend geacht. De _Cent nouvelles
nouvelles_ dienen zich aan, zij het met eenige ironie, als "glorieuse et
edifiant euvre", als verhalen "moult plaisants a raconter en toute bonne
compagnie". Een adellijke rijmer maakt een lascive ballade op verzoek
van Madame de Bourgogne en al de dames en jufferen van haar hof. [364]
Het is duidelijk, dat al deze dingen niet gevoeld zijn als tekortkomingen
aan het hooge en stijve ideaal van eer en welvoegelijkheid. Er is hier
een tegenstrijdigheid, die niet mag worden verklaard door de edele vormen
en de groote mate van preutschheid, die de Middeleeuwen op ander gebied
vertoonen, als hypocrisie te beschouwen. Evenmin is de schaamteloosheid
een saturnalisch uit den band springen. Nog onjuister is het, om de
epithalamische obsceniteiten als een teeken van decadence, van
aristocratische overbeschaving te beschouwen, zooals ten opzichte van
onze zeventiende eeuw is geschied. [365] De dubbelzinnigheden, de obscene
woordspelingen, de lascive verzwijgingen hooren in den epithalamischen
stijl thuis, ze zijn er overoud. Ze worden begrijpelijk, als men ze
beschouwt tegen hun ethnologischen achtergrond: als de tot omgangsvormen
verzwakte resten van het phallische symbolisme der primitieve cultuur.
Als ontmunt mysterie derhalve. Wat eenmaal, toen de grenzen van spel en
ernst nog niet door de cultuur heen waren getrokken, de heiligheid van
het ritueele verbond met de uitgelatenheid der levensvreugde, kon in een
christelijke samenleving slechts meer gangbaarheid hebben als prikkelende
luim en spot. Dwars tegen vroomheid e
|