pastorale en van de ridderlijke romantiek vermengen zich. Een tournooi
wordt opgevoerd in de aankleeding van een herdersspel. Koning Rene houdt
zijn Pas d'armes de la bergere.
De tijdgenooten schijnen toch werkelijk in deze vertooning iets echts
gezien te hebben; een ongenoemde dichter geeft koning Rene's herdersleven
een plaats onder de Merveilles du monde:
"J'ay un roi de Cecille
Vu devenir berger
Et sa femme gentille
De ce mesme mestier,
Portant la pannetiere,
La houlette et chappeau,
Logeans sur la bruyere
Aupres de leur trouppeau." [408]
Een andermaal moet de pastorale dienen, om de lasterlijkste politieke
satire een dichterlijk kleed te verleenen: een Bourgondisch partijganger
steekt al den haat tegen den vermoorden hertog van Orleans in het gewaad
van een aanminnig herdersdicht: _le Pastoralet._ [409] Bij de hoffeesten
ontbreekt nooit het pastorale element. Het leende zich uitstekend voor
de maskerades, die als entremets de feestmaaltijden opluisterden, en het
was bovendien bijzonder geschikt voor politieke allegorie. Het beeld van
den vorst als herder en het volk als zijn kudde was immers reeds van een
andere zijde den geest binnengekomen: uit de kerkvaderlijke voorstellingen
van den oorspronkelijken staatsvorm: als herders hadden de aartsvaders
geleefd, het rechte overheidsambt, zoo goed het wereldlijke als het
geestelijke, was geen heerschen maar een hoeden.
"Seigneur, tu es de Dieu bergier;
Garde ses bestes loyaument,
Mets les en champ ou en vergier,
Mais ne les perds aucunement,
Pour ta peine auras bon paiement
En bien le gardant, et se non,
A male heure recus ce nom." [410]
In deze verzen uit Jean Meschinot's _Lunettes des princes_ is geen
sprake van eigenlijk pastorale voorstelling. Maar zoodra men dat ging
verbeelden, vloeide het daarmee van zelf ineen. Een entremets bij het
feest van Brugge in 1468 verheerlijkte de vroegere vorstinnen als de
"nobles bergieres qui par cy devant ont este pastoures et gardes des
brebis de pardeca." [411] Een spel te Valenciennes bij de terugkomst van
Margareta van Oostenrijk uit Frankrijk in 1493 vertoonde, hoe het land
herstelt van zijn verwoesting "le tout en bergerie". [412] Wij kennen
allen de politieke pastorale in de _Leeuwendalers_. De voorstelling van
den vorst als herder klinkt ook in het _Wilhelmus_:
"Oirlof mijn arme schapen
Die sijt in grooter noot,
Uw herder sal niet s
|