n alle slag voorbij
snellen, volgeladen met kisten en pakken. De stad scheen voor
eenieder het zekere toevluchtsoord. Het vreedzame platte land
werd verlaten voor de ingebeelde zekerheid eener vesting.
Ik kwam rond vijf uur in de stad terug. Op de Keizerlei waren er
groote samenscholingen van menschen. Men huilde en tierde voor
de duitsche koffiehuizen. Uithangborden vielen aan scherven,
blazoenen van duitsche maatschappijen werden neergehaald.
De belgische vlaggen verschenen aan alle gevels. Het was nu
bekend geworden dat het groote duitsche rijk zijn ultimatum had
gezonden en den oorlog verklaarde aan het kleine en vreedzame
Belgie. Dienzelfden morgen om 7 uur was het antwoord onzer
regeering reeds overhandigd met de bevestiging dat elke aanslag
op ons recht van onschendbare natie door alle middelen zou
worden afgeweerd.
Door de van-volk-krielende straten schreeuwden de krantventers
langs alle kanten oorlogsnieuws: De engelsche vloot bewoog
voorbij de Oosterschelde; het gerucht liep zelf dat zij de Schelde op
vaarde en dat de engelsche soldaten nog dienzelfden avond bij de
antwerpsche burgers zouden worden ingekwartierd. De russische
legers rukten op Koenigsberg af, maar de bezetting van hollandsch
Limburg was onwaar bevonden, de staat van beleg werd opgeheven...
Ik verademde. Wij konden dan nog wat buiten blijven. Het was toch
zoo rustig ginder in de bosschen. Men hoorde er niets van al 't
gewoel hier en het schrikbarend nieuws. Zoo was mijn gevoelen
toen ik dien avond weer op ons landhuis kwam in de stilte der
natuur.
Wij woonden er nog tot woensdag 5 Augustus. Doch het waren
droeve dagen. De luiken bleven dicht. De keuken en een klein
kamertje daarnaast alleen waren open nog en in gebruik. Wij zaten
er lijk landverhuizers met onze kisten en manden. De oorlog was
dan toch onwederroepelijk begonnen voor ons landje... De vrouwen
lazen toen reeds met verkropt gemoed en snikken in hare keel het
nieuws van het eerste belgisch bloed dat voor het vaderland
vloeide. Want in den nacht van 3 tot 4 Augustus waren de duitsche
troepen gewelddadig onze grens overgeschreden. Twaalf regimenten
ruiterij hadden het land van Herve overrompeld en de eerste botsing
gebeurde tegenover de vernielde Maasbrug van Vise.
Maar wij waren fier over het nobele antwoord dat onze regeering op
het duitsche ultimatum had gegeven. De besluiten genomen in de
buitengewone Parlements-zitting van 4 Oogst, waar heel ons
Vorstenhuis aanwezig
|