schot,
Mechelen, Dendermonde werden beurtelings heroverd en weerom
verloren. Het nog bruikbare treinverkeer, dat in de bladen werd
afgekondigd, was de beste kontrool der uitgestrektheid van ons
land en, met den dag, werd dat verkeer meer beperkt rond
Antwerpen.
Een tweede Zeppelin-bezoek,--dat gelukkig in het voorgeborcht
Deurne kon worden afgewezen,--de vijandelijke vliegeniers die af
en toe bommen wierpen en vruchteloos werden omzweefd in den
stadshemel door de witte wolkjes der ontploffende shrapnels onzer
kanonnen, alles wees er op hoe wij het mikpunt geworden waren
van den vijand en de tijd aanstaande was dat wij ook op onze beurt
van aanschijn tot aanschijn tegenover den oorlog en zijn gruwelen
zouden komen te staan.
Wij voelden ons reeds als gevangenen. Wij waren aan de
strenge tucht van een stad-in-staat-van-beleg onderworpen. De
vreemdelingen hadden op regelmatige dagen hunne toelating tot
verblijf te vernieuwen en werden uit angst voor verspieders, nog
steeds aan nauwlettender toezicht onderworpen. Alle openbare
gebouwen en ook de bankhuizen werden bewaakt door burgerwachten.
Om een telegram te verzenden hoefde men zijne papieren te
vertoonen aan de van-post-zijnde wachten, de bajonet op het
geweer. Het vrij verkeer in en uit de stad was belemmerd. De passen
werden nagezien aan de vesting-poorten die voor den nacht
gesloten bleven. Wie den overzetboot nam naar het Vlaamsch
Hoofd of er vandaan kwam, moest ook door een haag van burgerwachten.
Het onderzoek gebeurde natuurlijk op joviale wijze, zooals het
burgerwachten paste, die met medeburgers te doen hadden.
Toch gebeurde het mij wel eens dat, waar mijn uiterlijk niet echt-nationaal
voorkwam, ik aan een scherper inquisitie werd onderworpen.
Het eenige verweer tegen die onaangenaamheden was het uniform,
dat weldra niemand, die het dragen mocht, nog aflegde.
Het aanschijn van de stad was veranderd. Vele vluchtelingen uit het
bezette land en uit de verwoeste en uitgebrande steden, hadden er
een wijkplaats gezocht bij vrienden of verwanten. De eigen
ingezetenen begonnen reeds te trekken naar Holland, Engeland en
Frankrijk. Vele rijke-burgers-huizen stonden verlaten met gesloten
luiken. Nieuwe armoede ten gevolge der werkeloosheid kwam aan 't
licht. Eene overwegende meerderheid van officieren en soldaten
gaf het uitzicht aan de straten.
Doch hetgeen te midden der herrie van leger en burgerwacht,
van overbevolking, van werkeloozen en dolende armen, een
|