zeer getroffen geweest door het
ongewoone en afschuwelijke van den aanslag zoo dat er een
buitengewoone verscheidenheid van folkoristische prenten en
kleurdrukken aan 't licht kwamen, waar de verraderlijke vaart van
het luchtschip op afgebeeld stond boven de nachtelijke stad, terwijl
de vallende bommen, met vuurspattend geweld, op de pleinen en in
de straten openkraakten.
De menschen in hunne huizen verzonnen allerlei verdedigings-
middelen tegen een mogelijken tweeden aanslag en richtten hunne
kelders in tot een zeker toevluchtsoord. De bovenverdiepingen
werden voortaan als hoogst gevaarlijk beschouwd. Van hoogerhand
werden dringend maatregelen genomen om het gevaar te keer te
gaan.
Sedert dien Zeppelin-aanslag leefden wij 's nachts te Antwerpen in
de volledigste duisternis. Om acht uur moest alles gesloten zijn en
werd alle tramverkeer geschorst. Nergens mocht uit de vensters der
huizes een spleetje licht meer komen of er werd gescheld door
politie-agenten of patroeljeerende burgerwachten. De straten en
pleinen waren niet meer te herkennen in de donkerte. Ik ging elken
avond uit om het fantastische schouwspel te genieten van die
nachtelijke stad. Het was een middeleeuwsch vizioen.
Ik herinner mij nog het vreemde, benauwelijke van dien eersten
nacht. Ik stapte over het Groen Kerkhof, het geleek met zijn
boomen een donker bosch waarvan het eind niet was te ontwaren.
De straten rond de hoofdkerk waren donkere holen en putten
waarboven, over de huizen de hemel vaag schemerde. Het motregende
een weinig. De vlaggen die nog te treuren hingen aan de gevels
hadden geen kleur meer. Het waren donkere voolen die zwaar sloegen
van het nat tegen de ruiten. De Sint Jacobstoren stond ginder als
een groote inktzwarte burg met op zijn top een wanhopig-
slaande-zwart-uitziende vlag, als een dood-signaal. Van uit de
verre donkere diepte van de Meir kwamen toen twee groote
gloeiende bollen aangereden van een auto. De stralenbundels
gleden verblindend over de kasseien en bespatteden de huisgevels
die een oogenblik opdoken uit de duisternissen, als waren zij van
rood en geel glimmend marmer. Door de zwarte lucht boven de
stad gingen de blauw-zilverige stralen der zoeklichten, lange
schitterende strepen, die soms een wijle onbeweeglijk op den hemel
geschreven stonden, soms grootsch en traag bewogen en een
wolkje gingen beschijnen of plots, lijk balken lichts, wegvielen achter
de huizen in den zwarter wordenden nacht.
Wanneer het
|