FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41  
42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>   >|  
d: de boot werd afgestooten, en wij waren in het ruime sop. De boot richtte zich naar het zuiden; de roeiers haastten zich niet, en ik merkte op dat de riemen, die met kracht en diep door het water geslagen werden, slechts om de tien seconden een slag deden zooals gewoonlijk bij de oorlogsmarine geschiedt. Terwijl de boot voortschoot, vielen de waterdroppels, als waren ze kokend lood, van de telkens omhoog gehouden riemen op het donker watervlak; een kleine bries, die ons uit het zuiden tegemoet woei, deed de boot een weinig slingeren, en eenige golven spatten tegen den voorsteven van ons ranke vaartuig uiteen. Wij zwegen allen; waaraan dacht kapitein Nemo? Misschien aan het land, dat hij naderde, en dat hij misschien te nabij kwam; geheel anders dacht er zeker de Amerikaan over, dien het waarschijnlijk nog te ver af was. Koenraad zat daar eigenlijk alleen uit nieuwsgierigheid. Tegen half vijf werden door de eerste lichtstralen aan den horizon de lijnen der kust beter zichtbaar. In het oosten was die kust vlak; naar het zuiden meer bergachtig; wij waren er nog vijf kilometer af, zoodat zij voor ons oog nog te veel met de nevels op zee ineensmolt. De zee was geheel verlaten, geen enkele boot, geen enkele duiker. Deze vereenigingsplaats van de parelvisschers was geheel eenzaam, omdat wij, zooals de kapitein mij reeds voorspeld had, een maand te vroeg kwamen. Om zes uur werd het eensklaps dag, met een snelheid, die aan deze keerkringsstreken eigen is, waar men geen morgen- of avondschemering kent. De zonnestralen drongen door het wolkengordijn, dat in het oosten zichtbaar was; en het schitterend hemellichaam verhief zich snel in het luchtruim. Ik zag duidelijk het land, met hier en daar enkele boomen. De sloep naderde het eiland Manaar, dat voor ons lag uitgestrekt. Kapitein Nemo was opgestaan en overzag de zee. Op een teeken lieten de matrozen het anker vallen, doch behoefden den ketting slechts weinig te vieren, daar de zee hier op zijn hoogst een meter diep was; op deze plek lag een van de hoogste punten der oesterbank. De sloep zwaaide onmiddellijk voor het anker om, door toedoen der ebbe, die haar zeewaarts wilde stuwen. "Wij zijn er, mijnheer Aronnax," zei toen de kapitein. "Gij ziet deze enge baai; hier zullen over een maand de talrijke visschersbooten der pachters bijeenkomen, en de duikers den bodem stoutmoedig onderzoeken. Deze baai is voor dit soort van visschen allergunstigst; zij is tegen de sterks
PREV.   NEXT  
|<   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41  
42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>   >|  



Top keywords:

zuiden

 

kapitein

 

enkele

 

geheel

 

weinig

 

naderde

 

oosten

 

zichtbaar

 

zooals

 
riemen

slechts
 
werden
 

morgen

 
zonnestralen
 

avondschemering

 
bijeenkomen
 
schitterend
 

verhief

 

luchtruim

 

hemellichaam


duikers

 

drongen

 
wolkengordijn
 
pachters
 

allergunstigst

 

visschen

 

kwamen

 

voorspeld

 

sterks

 

eensklaps


stoutmoedig

 

visschersbooten

 

keerkringsstreken

 

onderzoeken

 

snelheid

 

vallen

 

matrozen

 
teeken
 

lieten

 

behoefden


toedoen

 

hoogst

 
hoogste
 

oesterbank

 

zwaaide

 

ketting

 
vieren
 
onmiddellijk
 

zeewaarts

 
overzag