esch heeft gestoken; die flesch
is de roode zee, en de hals is Bab-el-Mandeb, waardoor het water uit
de Indische zee in de Roode getapt wordt.
Den volgenden dag dreef de Nautilus in het gezicht van Aden, dat op
een klein schiereiland ligt, een soort van ontoegankelijk Gibraltar,
waar de Engelschen forten hebben gebouwd nadat zij het in 1839 bezet
hadden. Ik zag de achthoekige minarets der stad, die volgens den
geschiedschrijver Edrisi vroeger de rijkste en meest handeldrijvende
stapelplaats der geheele kust was.
Ik meende wel dat kapitein Nemo nu zou terugkeeren, doch ik bedroog
mij en tot mijn groote verbazing deed hij dit niet. Den 7den Februari
kwamen wij in de straat van Bab-el-Mandeb, dat in het Arabisch
beteekent "Tranenpoort." Zij is twintig kilometer breed en twee en
vijftig lang; de Nautilus liep met volle vaart in minder dan een
uur er door, doch ik zag niets, zelfs niet het eiland Perim, dat de
Engelsche regeering heeft doen bezetten, om daardoor de stelling van
Aden te versterken. Er kwamen voortdurend te veel stoombooten der
Engelsche of Fransche maildiensten door deze nauwe zeestraat dan dat
de Nautilus er zich kon vertoonen; daarom bleef zij wijselijk onder
water. Eindelijk waren wij des middags in de Roode zee.
De Roode zee, de beroemde golf der bijbelsche overlevering, die
nooit door regen verfrischt wordt, waarin geen enkele stroom zijn
water uitstort, die door gestadige uitdamping onophoudelijk water
verliest, zoodat zonder toevoer uit de Indische zee de hoogte
jaarlijks anderhalven meter verminderen zou! Zonderlinge golf dus,
die wanneer zij als een meer geheel door het land ingesloten was,
misschien volkomen zou uitdrogen; zij verschilt in dit opzicht dus
geheel van de naburige Kaspische en Doode zeeen, wier peil slechts
zooveel door verdamping verlaagt, als de massa water bedraagt, die
er door de rivieren wederom wordt ingebracht.
De Roode Zee heeft een lengte van 2600 kilometer, en is gemiddeld
240 kilometer breed. In den tijd van de Ptolemaeen en der Romeinsche
keizers was zij de groote slagader van den wereldhandel, en de
doorgraving der landlengte van Suez heeft haar de belangrijkheid van
vroeger eeuwen geheel teruggegeven.
Ik wilde niet eens trachten te begrijpen, waarom de kapitein besloot
ons in deze golf te brengen, maar zonder voorbehoud keurde ik het goed
dat de Nautilus er binnen voer. Wij vorderden met geringe snelheid,
en dreven dan eens aan de oppervlakte, dan weer onder wa
|