FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40  
41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   >>   >|  
ingewanden er uit te halen, en die in zee te smijten!" "Wat is het dan....?" "Juist." "Wat, juist? In het water?" "In het water." "Kom, kom," zei Ned Land, "met een flinken harpoen. Gij weet, mijnheer, dat die beesten al heel wonderlijk gevormd zijn. Ze moeten zich eerst op hun rug keeren, voordat ze u kunnen ophappen.... en in dien tijd...." Ned Land sprak van dat "ophappen" op een manier, die mij een rilling over het lijf joeg. "Welnu, Koen, wat denkt gij van de haaien?" "Ik," zei Koenraad, "zal openhartig spreken." "Goed!" dacht ik. "Als mijnheer het waagt, dan zie ik niet in waarom zijn trouwe knecht het ook niet zou doen." HOOFDSTUK XXVII Een parel van vijf millioen. De nacht viel; ik ging naar bed, doch sliep vrij slecht. De haaien speelden een belangrijke rol in mijn droomen. Den volgenden morgen werd ik om vier uur door den hofmeester gewekt. Ik stond spoedig op, kleedde mij en ging naar het salon. De kapitein wachtte mij reeds. "Zijt gij klaar om te vertrekken, mijnheer Aronnax?" vroeg hij. "Ik ben gereed." "Volg mij dan." "En mijn makkers?" "Zij zijn reeds gewaarschuwd en wachten ons." "Moeten wij onze scaphanders niet aantrekken?" "Nog niet. Ik heb den Nautilus niet te dicht bij de kust laten komen, en wij zijn nog niet op de hoogte van de oesterbank van Manaar. Ik heb de sloep laten gereed maken, en deze zal ons op de juiste plek brengen en daardoor een vrij lange wandeling uitsparen. Onze duikertoestellen liggen in de boot en wij trekken die eerst aan als onze onderzeesche tocht een aanvang neemt." De kapitein geleidde mij naar de groote trap, en kwam met mij op het plat, waar Ned Land en Koenraad, vol verrukking over het "pleziertochtje", reeds wachtten. Vijf matrozen verbeidden met de riemen in de hand onze komst. Het was nog duister; wolken bedekten het luchtruim en lieten slechts enkele sterren zien; ik keek naar het land; maar ik zag alleen een donkere lijn, die van het zuid- naar het noordwesten drievierde van den gezichteinder begrensde. Gedurende den nacht had de Nautilus de westkust van Ceylon gevolgd, en bevond zich thans in het westelijk gedeelte van de baai van Manaar. Daar strekte zich onder het donker water de oesterbank uit, dat onuitputtelijk parelveld, meer dan twintig kilometer lang. De kapitein, mijn beide makkers en ik, gingen achter in de boot zitten. Een stuurman zat aan het roer, en de matrozen hielden de riemen geree
PREV.   NEXT  
|<   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40  
41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   >>   >|  



Top keywords:

mijnheer

 

kapitein

 
Koenraad
 
haaien
 
Manaar
 

matrozen

 

riemen

 

oesterbank

 

gereed

 

Nautilus


makkers

 

ophappen

 

verrukking

 

geleidde

 

groote

 
pleziertochtje
 

duister

 
wolken
 

harpoen

 
wachtten

verbeidden

 

aanvang

 
juiste
 

brengen

 

daardoor

 

hoogte

 

wandeling

 

trekken

 

bedekten

 

onderzeesche


beesten

 
liggen
 

uitsparen

 

duikertoestellen

 

lieten

 

donker

 

onuitputtelijk

 

parelveld

 

strekte

 

westelijk


gedeelte

 

twintig

 

kilometer

 

hielden

 

stuurman

 

zitten

 
gingen
 
achter
 
bevond
 

alleen