rikaan hield zich gereed om hem te treffen, maar het beest
dook dan plotseling, zoodat het onmogelijk was het te bereiken.
Men begrijpe de woede van Ned Land. Hij wierp het ongelukkige dier de
krachtigste Amerikaansche vloeken naar den kop. Wij vervolgden het
een uur lang, en ik begon te gelooven, dat het moeielijk zou zijn
het te vangen, toen de dugong op het noodlottig denkbeeld kwam zich
te wreken; dit zou hem weldra berouwen. Hij snelde op de sloep aan
om die aan te vallen. Dit ontging niet den Amerikaan.
"Let op!" riep hij.
De stuurman zei eenige woorden in zijn vreemde taal, en waarschuwde
daarmee zijn mannen, zeker om op hun hoede te zijn. Toen de dugong
op 7 meter van ons af was, hield hij stil, blies plotseling de lucht
uit door zijn groote neusgaten, die niet vooraan maar boven op zijn
snuit geplaatst waren, en snelde met een sprong plotseling op ons aan.
De sloep kon den schok niet vermijden; half op zij geworpen, schepte
zij water, dat moest worden uitgehoosd; gelukkig was zij, dank zij
de behendigheid van onzen stuurman, alleen in de schuinte en niet
recht tegen een der zijden door het dier getroffen, zoodat zij niet
was gekanteld. Ned Land stond altijd op de plecht en doorkerfde het
reusachtig monster met harpoensteken, doch het had de tanden over den
rand der sloep geslagen en lichtte deze uit het water op, zooals de
leeuw een bokje zou doen. Wij werden op elkander geworpen, en ik weet
niet hoe dit wel zou geeindigd zijn als de Amerikaan, die altijd nog
woedend op het beest was, het eindelijk niet in het hart had getroffen.
Ik hoorde de tanden langs de ijzeren platen der sloep knarsen, en
de dugong verdween met den harpoen in het lichaam. Maar weldra kwam
het vaatje weer boven, en weinige oogenblikken daarna verscheen het
lichaam van het dier, doch op den rug gekeerd. De boot roeide er heen,
nam den dugong op sleeptouw, en keerde naar den Nautilus terug.
Men moest zware en sterke takels gebruiken om het dier op het plat te
hijschen; het woog 5000 kilogram; men sneed het in tegenwoordigheid
van den harpoenier in stukken, omdat deze er op gesteld was al de
bijzonderheden van die bewerking te volgen. Denzelfden dag diende de
hofmeester mij aan het diner eenige plakken van het vleesch van den
dugong voor, dat door den kok zeer lekker was gereed gemaakt. Ik vond
het uitmuntend en beter dan kalfs- zelfs rundvleesch.
Den volgenden dag, 11 Februari, werd de kombuis van den Nautilus
nogmaals van lekk
|