FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   >>   >|  
den vrijen tocht onder de ijsbank door voort te zetten. Het licht in het plafond was uit en toch was de salon schitterend verlicht; dit kwam omdat de ijswanden het licht van de lantaarn krachtig terugkaatsten. Ik zou geen woorden kunnen vinden om de prachtige uitwerking der lichtstralen op die grillig gevormde ijsblokken te beschrijven; elke hoek, elke spleet, elk kristal wierp een ander schijnsel van zich, dat verschilde naarmate er gekleurde aderen door het ijs liepen. Het was een mijn van de schitterendste edelgesteenten; vooral waren het de blauwe lichtstralen van de saffier, die zich aan het groen der smaragden paarden. Hier en daar was het alsof er diamanten tusschen waren gestrooid, zoodat het oog den glans ternauwernood kon verdragen. Het licht van de lantaarn werd honderd malen versterkt, evenals het licht eener lamp door allerlei lenzen in een vuurtoren. "Wat is dat schoon!" riep Koenraad. "Ja," zei ik, "het is een prachtig schouwspel; dunkt je ook niet, Ned?" "Ja, voor den drommel!" antwoordde Ned Land. "Het is prachtig, maar ik ben woedend dat ik het bekennen moet. Zoo iets heb ik van mijn leven niet gezien; maar dat moois kan ons duur te staan komen, want ik geloof dat wij nu dingen zien, die God voor het oog der menschen heeft willen verbergen!" Ned had gelijk; het was al te prachtig. Plotseling keerde ik mij om op een kreet van Koenraad. "Wat is er?" vroeg ik. "Mijnheer moet zijn oogen dicht doen en niet kijken!" Koen hield zelf de handen voor de oogen. "Maar wat is er dan?" "Ik ben blind!" riep hij. Ik keek onwillekeurig naar het raam, maar kon mijn oogen niet naar die zijde gericht houden. Ik begreep wat het was: de Nautilus had zich met groote snelheid in beweging gezet; alle schitterende kristallen der ijsmuren waren daardoor voor het oog vurige strepen geworden, de schittering dezer millioenen diamanten smolt tot een vuur te zamen. De Nautilus voer daardoor als het ware in een zee van vuur. De wanden van den salon werden daarop dichtgeschoven; wij hielden de handen voor de oogen, omdat ons netvlies aangedaan was alsof wij in het al te felle zonlicht hadden zitten staren; er was eenige tijd noodig voordat onze oogen aan de duisternis gewend waren. Eindelijk namen wij de handen voor de oogen weg. "Zoo iets had ik nooit kunnen gelooven," zei Koenraad. "En ik geloof het nog niet," antwoordde de Amerikaan. "Als wij weer aan land komen," voegde Koenraad er bij, "zullen wij v
PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   >>   >|  



Top keywords:
Koenraad
 

handen

 

prachtig

 

daardoor

 

Nautilus

 
antwoordde
 
diamanten
 

lantaarn

 
kunnen
 

geloof


lichtstralen

 

keerde

 
Plotseling
 

gelijk

 
begreep
 

houden

 
Mijnheer
 
gericht
 

onwillekeurig

 

kijken


groote

 

duisternis

 

gewend

 

Eindelijk

 

voordat

 

noodig

 

zitten

 

hadden

 

staren

 

eenige


voegde

 
zullen
 

gelooven

 

Amerikaan

 

zonlicht

 
geworden
 

strepen

 
schittering
 

millioenen

 
vurige

ijsmuren
 

beweging

 
schitterende
 
kristallen
 

dichtgeschoven

 

daarop

 
hielden
 

netvlies

 
aangedaan
 

werden