FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154  
155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   >>   >|  
ilus het te zullen beproeven; ik gevoelde inderdaad dat het vaartuig een schuinen stand aannam, dat de achtersteven daalde en de spoor zich naar de hoogte hief. Er was slechts eenig water noodig geweest om deze verplaatsing van het zwaartepunt te weeg te brengen. Toen begon de krachtige schroef te werken, en werd de Nautilus als een ram tegen het ijsveld gebruikt, het vaartuig deed de ijsbank splijten door stoot op stoot; eindelijk barstte zij geheel open en de Nautilus sprong met een vreeselijken aanval op de ijsmassa, die hij door zijn ontzettend gewicht verbrijzelde. Het luik werd geopend of liever losgerukt, en de lucht drong in alle deelen van ons vaartuig door. HOOFDSTUK XLI Van Kaap Hoorn naar de Amazonenrivier. Hoe ik op het plat kwam, weet ik niet. Misschien had de Amerikaan mij er heen gebracht, doch ik haalde weer adem, de zuivere zeelucht drong in mijn longen door. Mijn twee makkers ademden evenals ik de versche lucht met volle teugen in. Ongelukkigen, die te lang honger hebben geleden, kunnen zich niet straffeloos op de hun voorgezette spijzen werpen. Wij daarentegen behoefden ons niet in te houden; wij konden volop genieten, en het was een zachte zeewind, die ons dit genot toevoerde! "O," riep Koenraad, "wat is dat heerlijk, wat is die zuurstof goed! Mijnheer behoeft niet bang te zijn om adem te halen; er is genoeg voor ons allen." Ned Land sprak niet, maar hij opende zijn mond zoo wijd, dat de haaien er zelfs bang voor zouden geworden zijn. En welk een ademhaling! De Amerikaan "trok" als een kachel, die fel brandde. Spoedig hadden wij onze krachten terug, en toen ik om mij heen zag, bemerkte ik dat wij alleen op het plat waren. Niemand van de bemanning, zelfs de kapitein niet. De zonderlinge matrozen van den Nautilus waren tevreden met de lucht, die in hun vaartuig drong; niemand kwam van de vrije lucht genieten. Het eerste dat ik sprak, waren woorden van dankbaarheid jegens mijn makkers. Ned en Koen hadden in de laatste uren van dit langdurig lijden mijn leven gerekt. Al mijn erkentelijkheid kon zulk een opoffering niet genoegzaam vergelden. "Het is de moeite niet waard om er over te spreken, mijnheer," zei Ned Land. "Welke verdienste steekt erin? Niets. Het was maar een berekening. Uw leven was meer waard dan het onze; wij moesten het uwe redden." "Neen, Ned," antwoordde ik, "het was niet meer waard. Niemands leven is meer waard dan dat van een edelmoedig en goed mensch, en
PREV.   NEXT  
|<   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154  
155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   >>   >|  



Top keywords:
vaartuig
 

Nautilus

 

makkers

 
hadden
 

genieten

 

Amerikaan

 

zouden

 

kachel

 

ademhaling

 

geworden


opende

 
Koenraad
 

edelmoedig

 
heerlijk
 
zuurstof
 

mensch

 

toevoerde

 

Mijnheer

 

behoeft

 

haaien


Niemands

 

genoeg

 

antwoordde

 

erkentelijkheid

 

opoffering

 
gerekt
 

lijden

 

laatste

 

langdurig

 

genoegzaam


vergelden

 

verdienste

 
steekt
 

mijnheer

 

moeite

 

berekening

 

spreken

 

jegens

 

moesten

 

bemerkte


alleen
 
Spoedig
 

krachten

 

redden

 

Niemand

 
bemanning
 

eerste

 
woorden
 
dankbaarheid
 

niemand