FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   >>  
te vluchten, op het oogenblik dat het schip dicht genoeg bij was, hetzij om ons te hooren, hetzij om ons te zien, want de maan, die over drie dagen vol moest zijn, stond helder aan den hemel. Als wij maar eerst aan boord van het schip waren, zouden wij, als wij den slag, waar het mede bedreigd werd, niet konden afwenden, alles doen wat in ons vermogen stond en de omstandigheden ons zouden veroorloven. Verscheidene malen meende ik dat de Nautilus zich gereed maakte tot den aanval, maar hij vergenoegde zich met zijn vijand te laten naderen, en dan zette hij na weinige oogenblikken zijn vlucht voort. Een gedeelte van den nacht ging voorbij, zonder dat er iets voorviel. Wij loerden op een gelegenheid om ons plan te volbrengen. Wij spraken weinig, want wij waren te ontroerd. Ned Land had wel in zee willen springen. Ik dwong hem te wachten. Volgens mijn gevoelen zou de Nautilus den tweedekker op de oppervlakte aanvallen, en dan ware het niet alleen mogelijk, maar zelf gemakkelijk om te vluchten. Om drie uur 's morgens ging ik vol ongerustheid naar het plat; kapitein Nemo had het niet verlaten; hij stond overeind, voorop, bij zijn vlag, welke een zacht koeltje boven zijn hoofd deed wapperen. Hij verloor het schip niet uit het oog. Zijn buitengewoon scherpe blik scheen het aan te trekken, te begoochelen, en zekerder met zich mee te sleepen, dan dat hij het op sleeptouw had. De maan was toen op haar grootste hoogte. Jupiter kwam in het oosten op. Te midden van die stille natuur wedijverden lucht en zee in kalmte, en de nachtvorstin liet haar stralen schitteren in den schoonsten spiegel, waarin hare stralen ooit weerkaatst hadden. En als ik dacht aan deze kalmte der elementen, en deze vergeleek met al den hartstocht en gramschap, die in den onbegrijpelijken Nautilus waren opgesloten, dan voelde ik een rilling door mijn leden gaan. Het schip bleef op twee kilometer afstands. Het was naderbij gekomen, altijd vooruitstoomende in de richting van dien lichtglans, die de tegenwoordigheid van den Nautilus aanduidde. Ik zag het groene en roode seinlicht der stoomboot, en de helderwitte lantaarn, die aan den fokkemast hing. Het tuig werd door den maneschijn slechts flauw in zee teruggekaatst, en ik kon zien, dat het de vuren vreeselijk opstookte. Een menigte vonken, stukjes brandende kool, vlogen uit de schoorsteenen als sterren door de lucht. Ik bleef tot zes uur 's morgens op het plat, zonder dat de kapitein mij scheen gezien te
PREV.   NEXT  
|<   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   >>  



Top keywords:

Nautilus

 

kapitein

 

stralen

 

kalmte

 

morgens

 

hetzij

 

vluchten

 

scheen

 
zouden
 
zonder

waarin

 

vergeleek

 
weerkaatst
 

hadden

 

elementen

 

grootste

 

hoogte

 
sleeptouw
 

sleepen

 
trekken

begoochelen

 
zekerder
 

Jupiter

 

nachtvorstin

 

schitteren

 

schoonsten

 

wedijverden

 

natuur

 

oosten

 

midden


stille
 

spiegel

 
richting
 

teruggekaatst

 

vreeselijk

 

slechts

 

maneschijn

 

lantaarn

 

fokkemast

 

opstookte


menigte

 

sterren

 

gezien

 

schoorsteenen

 

vlogen

 

vonken

 
stukjes
 

brandende

 

helderwitte

 

stoomboot