warte wolken,
en dreven snel voort. De zee begon hol te staan en groote golven te
vormen. De vogels verdwenen, met uitzondering van de stormvogels; de
barometer daalde sterk en duidde een sterke drukking van den dampkring
aan; het mengsel in het stormglas loste op door den invloed van de
electriciteit, waarmee de dampkring verzadigd was. De worsteling der
elementen was aanstaande.
Op den 18den Mei barstte de storm los, juist toen de Nautilus op de
hoogte van Long-Island op eenige kilometers van New-York was. Ik kan
dien strijd der elementen beschrijven, want in plaats van naar de
diepte te gaan, wilde kapitein Nemo door een onverklaarbare gril, den
storm aan de oppervlakte trotseeren. De wind woei uit het zuid-westen;
eerst was het een flinke bries, die met een snelheid van 15 meter in
de seconde woei; deze vermeerderde tegen drie uren des namiddags tot
25 meter; het was de snelheid van den storm.
Kapitein Nemo bleef onwrikbaar op het plat zitten. Hij had zich om
het midden van het lichaam vastgesjord, om door de groote golven,
die over hem heen sloegen, niet weggeslagen te worden. Ik was ook
op het plat komen zitten, en had mij eveneens vastgebonden, terwijl
ik gedeeltelijk den storm, gedeeltelijk dien onvergelijkelijken man
bewonderde, die het hoofd bood aan zulk een orkaan!
De woeste zee werd door de regenvlagen gezweept; ik zag geen
van de kleine golven meer, die zich in de laagte tusschen twee
groote gewoonlijk vormen. Niets als lange donkerkleurige baren,
wier kruinen zich dreigend verhieven. Zij werden hoe langer hoe
hooger, en schenen als in woede elkander te vervolgen. Nu eens lag de
Nautilus op zijde, dan stond hij recht overeind, slingerde en stampte
verschrikkelijk. Tegen vijf uur viel de regen bij stroomen neer,
doch wind noch golven werden er door tot bedaren gebracht. De orkaan
woedde met een snelheid van 45 meter in de seconde, dat is ongeveer
160 kilometer in het uur. Als een orkaan zoo hevig is, dan werpt
hij huizen omver, licht daken op, verbreekt ijzeren hekken, en kan
zelfs 24-ponders van hunne plaats brengen. En toch rechtvaardigde de
Nautilus in dien storm het gezegde van een bekwaam scheepsbouwmeester,
die eens zei: "Er is geen goed gebouwd vaartuig, dat aan de woede der
zee geen weerstand kan bieden." Het was geen vaste rots, waarop die
golven zouden breken, maar wel een stalen spil, die zich kon bewegen
en aan een roer gehoorzaamde, en zonder tuig of masten, de woede der
elementen straff
|