het
geheim van den kapitein zou doen ontdekken.
Den volgenden dag, 31 Mei, deed de Nautilus nog hetzelfde. Het was
duidelijk dat hij een bepaald punt van den Oceaan opzocht. Kapitein
Nemo kwam zonshoogte nemen, evenals hij den vorigen dag gedaan had; de
zee was kalm, de hemel helder. Acht kilometer oostwaarts van ons zag
ik een groot stoomschip aan den gezichteinder; het toonde geen vlag,
zoodat ik niet kon zien tot welke natie het behoorde. Kapitein Nemo nam
eenige minuten voordat de zon door den meridiaan ging, zijn sextant
en keek met de grootste oplettendheid; de kalmte der zee maakte zijn
waarnemingen des te gemakkelijker. De Nautilus lag onbeweeglijk, en
slingerde of stootte niet. Ik stond op dat oogenblik op het plat. Toen
de waarneming was afgeloopen, zei de kapitein slechts:
"Hier is het!"'
Hij ging door het luik naar beneden. Had hij het stoomschip gezien,
dat langzamer liep en ons scheen te naderen? Ik zou het niet kunnen
zeggen. Ik kwam in den salon; de luiken gingen dicht, en ik hoorde het
water in de vergaarbakken stroomen. De Nautilus begon te zakken. Eenige
minuten later bleef hij op een diepte van 833 meter op den bodem
der zee rusten. Het licht aan de zoldering van den salon ging uit,
de ramen werden geopend, en door het glas zag ik het zeewater op een
halven kilometer in de rondte sterk door onze lantaarn verlicht.
Aan bakboordzijde bespeurde ik mets als het oneindig stille water;
aan stuurboord echter zag ik iets zeer groots in de hoogte steken, dat
mijn aandacht trok. Men zou gezegd hebben, dat het bouwvallen waren,
begraven onder een massa witte schelpen, welke deze als een sneeuwkleed
overdekten. Toen ik die massa nauwkeuriger bekeek, meende ik de vormen
van een schip te herkennen, waarvan de masten gedeeltelijk gebroken
waren, en dat met den voorsteven het eerst moest gezonken zijn. Dit
ongeluk had zeker al zeer lang geleden plaats gehad. Dit wrak, als het
ware omkorst door de uit de zee afgescheiden kalk, moest daar al heel
wat jaren op den bodem van den Oceaan gerust hebben. Welk schip was
dit? Waarom bezocht de Nautilus dat graf? Was het dan geen schipbreuk
waardoor dit schip te gronde was gegaan? Ik wist niet wat ik er van
denken moest, toen ik vlak naast mij den kapitein met langzame stem
het volgende hoorde zeggen:
"Vroeger heette dat schip de Marseillais; het had 74 stukken en liep
in 1762 van stapel. In 1788 streed het op 13 Augustus, onder kapitein
La Poype-Vertrieux, dapper
|