FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200  
201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   >>   >|  
gaat op feestdagen naar verafgelegen kerken van heiligen ter beevaart, minder om zijn gelofte te lossen dan om des te vrijer af te dwalen. Het is een bron van velerlei misdrijven; daar bij de heilige plaatsen zijn steeds de verfoeilijke koppelaarsters aanwezig, om de meisjes te verlokken. [521] Het is het gewone geval in de _Quinze joyes de mariage_: de jonge vrouw wil wel eens een verzetje en bepraat haar man, dat het kind ziek is, omdat zij de bedevaart nog niet heeft volbracht, waartoe zij in 't kraambed de gelofte deed. [522] De voorbereiding tot het huwelijk van Karel VI met Isabella van Beieren wordt ingeleid met een pelgrimage. [523] Geen wonder, dat de ernstige mannen der moderne devotie in de bedevaarten weinig nut zien. Die vele bedevaarten doen, worden zelden heilig, zegt Thomas a Kempis, en Frederik van Heilo wijdt aan de zaak een afzonderlijk tractaat _Contra peregrinantes_. [524] In al deze ontwijdingen van het geloof door de onbeschaamde vermenging met het zondige leven ligt meer naieve gemeenzaamheid met den godsdienst dan regelrechte onvroomheid. Enkel een samenleving, die geheel doortrokken is van het godsdienstige, en die het geloof als iets vanzelfsprekends aanvaardt, kent al deze excessen en ontaarding. Het waren dezelfde menschen, die de dagelijksche sleur van een half verliederlijkte godsdienstpraktijk volgden, en die dan plotseling onder het vlammende woord van een preekenden bedelmonnik vatbaar waren voor de uitersten van heilige ontroering. Zelfs een botte zonde als het vloeken komt enkel op uit een sterk geloof. Want in zijn oorsprong als bewuste eed is de vloek het teeken van een tot in de nietigste dingen aanwezig besef van de tegenwoordigheid van het goddelijke. Alleen het besef van waarlijk den hemel te tarten geeft aan den vloek zijn zondige bekoring. Eerst waar elk besef van te zweren en elke vrees voor de vervulling van den vloek geweken is, verslapt het vloeken tot de eentonige ruwheid van later tijden. In het laatst der Middeleeuwen heeft het nog dien prikkel van driestheid en hoogmoed, die het maakt tot een adellijke sport. "Wat,--zegt de edelman tot den boer--: je geeft je ziel aan den duivel, en je verloochent God, terwijl je geen edelman bent?" [525] Deschamps constateert, dat het vloeken reeds afdaalt tot de geringe lieden: "Si chetif n'y a qui ne die: Je renie Dieu et sa mere." [526] Men wedijvert in pittige en nieuw gevonden vloeken; wie het liederlijkst te vl
PREV.   NEXT  
|<   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200  
201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   >>   >|  



Top keywords:

vloeken

 

geloof

 
aanwezig
 

edelman

 

zondige

 
bedevaarten
 

gelofte

 

heilige

 

waarlijk

 

tarten


Alleen

 

dingen

 
nietigste
 

tegenwoordigheid

 
goddelijke
 
teeken
 
bewuste
 

oorsprong

 

uitersten

 

plotseling


volgden

 

vlammende

 
godsdienstpraktijk
 

verliederlijkte

 

menschen

 

dezelfde

 
dagelijksche
 

excessen

 

preekenden

 

ontroering


bedelmonnik

 

vatbaar

 

bekoring

 

ontaarding

 

chetif

 

lieden

 

geringe

 
Deschamps
 

constateert

 

afdaalt


pittige

 

gevonden

 
liederlijkst
 
wedijvert
 

eentonige

 

verslapt

 

ruwheid

 
laatst
 

tijden

 

geweken