ligheid schond. Joseph bleef
in de volksverbeelding een half-komische figuur; nog dr. Johannes Eck
moest erop aandringen, dat men hem in het kerstspel of in het geheel
niet, of althans op betamelijker wijze zou voorstellen, en hem geen
pap zou laten koken, "ne ecclesia Dei irrideatur." [559] Tegen deze
onwaardige woekeringen was de beweging van Gerson voor een passende
Joseph-vereering gericht, die tot zijn opneming in de liturgie met
voorrang boven alle andere heiligen leidde. [560] Wij zagen echter boven
reeds, hoe ook Gerson's ernstig streven hem niet vrijhoudt van die
onbescheiden curiositas, die aan het onderwerp van Joseph's huwelijk
haast onvermijdelijk verbonden scheen. Voor een nuchteren geest (en
Gerson, ondanks zijn voorliefde voor de mystiek, was in veel opzichten
een nuchtere geest) mengden zich altijd weer in de beschouwing van
Maria's huwelijk overwegingen van zeer aardschen inhoud. De ridder de la
Tour-Landry, ook een type van nuchter welmeenend geloof, ziet het geval
onder dit licht. "Dieux voulst que elle espousast le saint homme Joseph,
qui estoit vieulx et preudomme; car Dieu voulst naistre soubz umbre de
mariage pour obeir a la loy qui lors couroit, _pour eschever les paroles
du monde_," [561]--
Een onuitgegeven werk der vijftiende eeuw verbeeldt het mystisch
huwelijk der ziel met den hemelschen bruidegom in de termen van een
burgerlijke vrijaadje. Jezus, de bruidegom, zegt tot God Vader: "S'il te
plaist, je me mariray et auray grant foueson d'enfans et de famille." De
Vader maakt bezwaren, want de keuze des Zoons is gevallen op een zwarte
Ethiopische; hier speelt het woord van het Hooglied onder: "Nigra sum
sed formosa". Het zou een mesalliance zijn en een oneer voor de familie.
De engel, die als hijlikmaker optreedt, doet een goed woord voor de
bruid. "Combien que ceste fille soit noire, neanmoins elle est
gracieuse, et a belle composicion de corps et de membres, et est bien
habile pour porter fouezon d'enfans." De Vader antwoordt: "Mon cher fils
m'a dit qu'elle est noire et brunete. Certes je vueil que son espouse
soit jeune, courtoise, jolye, gracieuse et belle et qu'elle ait beaux
membres." Nu prijst de engel haar aangezicht en al haar leden, dat zijn
de deugden der ziel. De Vader geeft zich gewonnen, en spreekt tot den
Zoon:
"Prens la, car elle est plaisant
Pour bien amer son doulx amant;
Or prens de nos biens largement,
Et luy en donne habondamment." [562]
Aan den erns
|