of zij de aanspoorders zijn tot het goede,
gelijk de duivelen tot het kwade. Of zij onze gedachten zien. Wat hun
getal is. Die studiositas, besluit Gerson, blijve den godgeleerden
overgelaten, maar elke curiositas zij verre van allen, die zich meer
moeten bevlijtigen tot devotie dan tot subtiele speculatie. [579]
De Hervorming heeft een eeuw later de heiligenvereering bijna weerloos
gevonden, terwijl zij tegen het heksen- en duivelgeloof zelfs geen
aanval deed, ja niet doen wilde, daar het haar zelf nog bevangen hield.
Was dit niet, doordat de heiligenvereering voor een groot deel tot caput
mortuum geworden was, doordat bijna alles wat de gedachtensfeer der
heiligenvereering betrof, in het beeld, de legende, het gebed zoo
volkomen was uitgedrukt, dat er geen huiverend ontzag meer achter stond?
De heiligenvereering had haar wortels in het onverbeelde en onzegbare
verloren, die zoo vreeselijk sterk waren in de demonologische
gedachtensfeer. En wanneer de Contrareformatie een gezuiverde
heiligenvereering opnieuw gaat kweeken, moet zij den geest bewerken met
snoeimes en bemesting.
NOTEN:
[458] J. Burckhardt, Weltgeschichtliche Betrachtungen, 1905, S. 97, 147.
[459] Heinrich Seuse, Leben, ed. Bihlmeyer, Deutsche Schriften, 1907,
p. 24, 25.
[460] Gerson, Opera, III p. 309.
[461] Nic. de Clemanges, De novis festivitatibus non instituendis,
Opera, ed. Lydius, Lugd. Bat. 1613, p. 151, 159.
[462] Bij Gerson, Opera, II p. 911.
[463] Acta sanctorum Apr. t. III p. 149.
[464] ac aliis vere pauperibus et miserabilibus indigentibus, quibus
convenit jus et verus titulus mendicandi.
[465] qui ecclesiam suis mendaciis maculant et eam irrisibilem reddunt.
[466] Alanus Redivivus, ed. J. Coppenstein, 1642, p. 77.
[467] Commines, I p. 310; Chastellain, V p. 27; Le Jouvencel, I p. 82;
Jean Lud, in Deutsche Geschichtsblaetter, XV p. 248; Journal d'un
bourgeois, p. 384; Paston Letters, II p. 18; J. H. Ramsay, Lancaster and
York, II p. 275; Play of sir John Oldcastle, II p. 2 enz.
[468] Contra superstitionem praesertim Innocentum, Gerson, Opera, I p.
203.
[469] Gerson, Quaedam argumentatio adversus eos qui publice volunt
dogmatizare etc. Opera, II p. 521/522.
[470] Johannis de Varennis Responsiones etc., Gerson, I p. 909.
[471] Journal d'un bourgeois, p. 259. Voor "une hucque vermeille par
dessoubz" zal "par dessus" te lezen zijn.
[472] Contra vanam curiositatem, Opera, I p. 86.
[473] Considerations
|