FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136  
137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   >>   >|  
m met nuchteren werkelijkheidszin, zooals Commines, dan leek al die hooggeroemde chevalerie zoo nutteloos en onecht, een opgemaakte vertooning, een belachelijk anachronisme: de werkelijke roerselen, die de menschen deden handelen en het lot van staten en gemeenschappen bepaalden, lagen er buiten. Was de sociale bruikbaarheid van het ridderlijk ideaal uiterst zwak, nog zwakker stond het met de deugdverwezenlijking, de ethische zijde, die immers ook door het ridderideaal werd gepretendeerd. Van een waarlijk geestelijk streven uit gezien was al dat edele leven louter zonde en ijdelheid. Doch zelfs van het louter aesthetische gezichtspunt bezweek het ideaal: zelfs de schoonheid van dien levensvorm was aan alle kanten open voor ontkenning. Al mocht het ridderlijke leven soms burgers begeerlijk schijnen, uit den adel zelf kwam de groote moeheid en onvoldaanheid voort. Het schoone spel van het hoofsche leven was zoo bont, zoo valsch, zoo druk. Weg uit die moeizaam opgezette levenskunst naar veiligen eenvoud en rust. Er waren dan twee wegen van het ridderlijk ideaal af: die naar het werkelijke, actieve leven en den modernen geest van onderzoek, en die naar de wereldverzaking. Maar deze laatste weg splitste zich als de Y van Pythagoras in tweeen: de hoofdlijn was die van het echte geestelijk leven, de zijlijn hield den rand van de wereld met haar genietingen. De zucht naar het schoone leven was zoo sterk, dat ook waar de ijdelheid en verwerpelijkheid van het hof- en strijdleven was erkend, nog een uitweg open scheen naar aardsche levensschoonheid, naar een nog zoeter en lichter droom. De oude illusie van het herdersleven straalde nog altijd als een belofte van natuurlijk geluk met al den glans, waarmee zij sinds Theocritus geschenen had. De groote bevrediging scheen mogelijk zonder strijd, door een vlucht, weg van den wedijver vol haat en nijd om ijdele eer en rang, weg van de drukkende, overladen weelde en staatsie en van den wreeden, gevaarlijken krijg. De lof van het eenvoudig leven was een thema, dat de middeleeuwsche litteratuur reeds van de Oudheid had meegekregen. Het dekt zich niet volkomen met de pastorale; men heeft te doen met een positieve en een negatieve uiting van hetzelfde sentiment: de eerste is de pastorale, de laatste de hofvlucht, de lof der aurea mediocritas, de verloochening van het aristocratische levensideaal. Doch beide vloeien voortdurend ineen. Op het thema van de misere van het hofleven hadden reed
PREV.   NEXT  
|<   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136  
137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   >>   >|  



Top keywords:

ideaal

 

geestelijk

 
ridderlijk
 

louter

 

scheen

 
laatste
 

schoone

 

pastorale

 

groote

 

ijdelheid


werkelijke

 

illusie

 
herdersleven
 

straalde

 
aristocratische
 
altijd
 
levensschoonheid
 

zoeter

 

lichter

 

verloochening


natuurlijk

 

Theocritus

 
waarmee
 

misere

 

mediocritas

 

belofte

 
aardsche
 

wereld

 

vloeien

 

hoofdlijn


zijlijn

 

voortdurend

 

genietingen

 

strijdleven

 

erkend

 

uitweg

 

levensideaal

 
verwerpelijkheid
 

geschenen

 

bevrediging


hetzelfde

 

eenvoudig

 
uiting
 
negatieve
 

gevaarlijken

 

staatsie

 

hadden

 
wreeden
 

sentiment

 

positieve