anten gebruiken den nieuw opgefrischten Latijnschen
briefvorm ertoe: zoo Nicolaas de Clemanges, [350] zoo zijn correspondent
Jean de Montreuil. [351] Tot dien kring behoorde de Milanees Ambrosius
de Miliis, secretaris van den hertog van Orleans, die aan Gontier Col
een litterairen brief schreef, waarin een hoveling zijn vriend
waarschuwt voor de intrede in den hofdienst. [352] Deze brief, zelf in
vergetelheid geraakt, werd vertaald door, of kwam althans in vertaling
onder den titel _Le Curial_ op naam van Alain Chartier, den befaamden
hofdichter. [353] _Le Curial_ werd weer in het latijn overgebracht door
den humanist Robert Gaguin. [354]
In den vorm van een allegorisch gedicht, trant _Roman de la rose_,
behandelde zekere Charles de Rochefort het thema. Zijn _L'abuze en
court_ kwam op naam van koning Rene. [355] Jean Meschinot dicht als al
zijn voorgangers:
"La cour est une mer, dont sourt
Vagues d'orgueil, d'envie orages....
Ire esmeut debats et outrages,
Qui les nefs jettent souvent bas;
Traison y fait son personnage.
Nage aultre part pour tes ebats." [356]
Nog in de zestiende eeuw had het oude thema zijn bekoring niet verloren.
[357]
Veiligheid, rust en onafhankelijkheid, dat zijn de goede dingen, waarom
men het hof wil ontvlieden voor het eenvoudig leven in arbeid en
matigheid, temidden der natuur. Dat is de negatieve kant van het ideaal.
Doch de positieve kant is niet zoo zeer de vreugde aan arbeid en eenvoud
zelf als wel het welbehagen aan de natuurlijke liefde. Het herdersideaal
leidt ons onmiddellijk over tot de vormen der erotische cultuur.
NOTEN:
[143] Deschamps, II p. 226.
[144] Chastellain, Le miroer des nobles hommes en France, VI p. 204,
Exposition sur verite mal prise, VI p. 416, L'entree du roy Loys en
nouveau regne, VII p. 10.
[145] Froissart, ed. Kervyn, XIII, p. 22; Jean Germain, Liber de
virtutibus ducis Burg., p. 109; Molinet, I p. 83, III p. 100.
[146] Monstrelet, II p. 241.
[147] Chastellain. VII p. 13-16.
[148] Chastellain. III p. 82, IV p. 170, V p. 279, 309.
[149] Jacques du Clercq. II p. 245. vgl. p. 339.
[150] Zie hierboven blz. 15**.
[151] Chastellain, III p. 82-89.
[152] Chastellain, VII p. 90ss.
[153] Chastellain, II p. 345.
[154] Deschamps no. 113, t. I p. 230.
[155] N. de Clemanges, Opera ed. Lydius. Leiden 1613, p. 48, cap. IX.
[156] Gerson, Opera, IV p. 583-622, zie Denifle & Chatelain,
Chartularium Univ. Pari
|