t Rousseau bij den
haard met den pachter en de zijnen, er werden verhalen verteld en oude
liedjes gezongen. Alles aan dit landelijke leven verrukte hem. Zij
hadden daar buiten een goeden buur, een edelman, Monsieur de Conzie, wat
ouder dan hij, dien hij muziekles zou geven. Het was een geletterd man
en Rousseau, die zich in zijn jeugd sterk door de levensrichting der
menschen met wie hij toevallig in aanraking kwam liet leiden, had veel
aan dien omgang. Zijn belangstelling in de literatuur nam toe, hij
bestudeerde Voltaire en toen hij zelf begon kleinigheidjes te schrijven,
probeerde hij de heldere elegante stijl van den veel-bewonderde na te
bootsen. Maar dat lukte slecht. Hij voelde zich onwetend; wat hij wist,
had hij bij stukken en brokken opgeraapt; overal waren gaten. Nu besloot
hij, flink systematisch te gaan studeeren en stelde een plan van
werkzaamheden op. Hij verdiepte zich in de filosofie, leerde Descartes,
Mallebranche, Locke, Leibnitz kennen, hetzij in hun oorspronkelijke
werken of uit handleidingen. Ook studeerde hij fransche geschiedenis,
fysica (Voltaire had hem in Newton ingewijd), wiskunde en meetkunde;
reeds in Chambery had hij wat geliefhebberd in chemie en had zich bij
een proef erg gebrand; na trachtte hij ook astronomische waarnemingen
te doen en bracht daarmee de boeren in onrust; zij zagen hem voor een
toovenaar aan. Met spanning volgde hij de berichten over de
wetenschappelijke ontdekkingsreizen, door de fransche regeering
uitgezonden naar Centraal Amerika en naar 't hooge noorden, om
aardmetingen te doen. Op alle wijzen streefde hij naar kennis. Het
studeeren werd een hartstocht, een bezetenheid; hij strooide overal
boeken rond, de heele dag lessen mompelend in zijn eigen. Hij was nu
niet langer vaag, maar wist zeer goed wat hij wilde. Een dubbel doel
beoogde hij, een praktisch en een ideaal. Aan zijn liefde hield hij vast
door alle verduistering; hij zag de finantieele moeilijkheden voor Mme
de Warens toenemen en vreesde een katastrophe: dan wilde hij haar kunnen
helpen, gelijk zij hem vroeger geholpen had. Daarom streefde hij er naar
de kundigheden te verwerven, die hem in staat zouden stellen b.v.
sekretaris van een hooggeplaatst man te worden: daarbij zou hem, meende
hij, zijn beetje schrijftalent goed te pas komen. Of anders gouverneur
in een adellijke familie; ook daarvoor voelde hij zich geschikt. Dat was
het practisch doel van zijn studies. Het andere was, zooals hij wat
vroeger aan zi
|