FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103  
104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   >>   >|  
gegoed man leeft wiens dood niet door hebzuchtige erven, mogelijk zijn eigen kinderen, begeerd wordt; waarin niet een schip de zee bevaart waarvan te hooren dat het schipbreuk leed niet den een of anderen koopman zou verblijden; waarin niet een volk bestaat, dat zich niet verheugt in de rampen zijner naburen." Zijn kritiek op de klassenmaatschappij is de scherpste en treffendste in Frankrijk geschreven voor de dagen van Fourier. Hij sprak uit, dat de groote meerderheid der menschen in den wilden en barbaarschen staat gelukkiger is dan in den z.g. kultuur-staat--en wie kon hem weerspreken? Stierven de boeren niet van honger? Riep het volk niet luid "ellende, brood, brood, ellende," telkenmale dat koning of kroonprins zich vertoonde in de straten van Parijs? Aan het slot van zijn geschrift noemde hij het een even zonneklaar vergrijp tegen de natuurwet dat een handvol menschen stikt in overvloed, terwijl de hongerige massa gebrek leidt aan het noodige, als dat een kind aan een grijsaard beveelt of een zwakhoofd een wijze voert. Het was duidelijk: hij verheerlijkte den natuurstaat enkel, om in naam der oorspronkelijke gelijkheid de in den loop der ontwikkeling steeds erger geworden ongelijkheid te lijf te gaan. Deze was de oorzaak van alle zedelijk en politiek bederf, zij voerde langs noodlottige banen naar een hoogtepunt, het despotisme, de tyrannie, de staat die in geen enkel opzicht meer op wettelijkheid, maar slechts op geweld berust, "en waarvan 't in de orde der natuur is, dat hij door geweld wordt omver geworpen." Door zijn volzinnen dansten rythmen aan, vreemd en nieuw, rythmen van uitbundige kracht en dronken verrukking; en waren de ooren der grooten gestemd geweest op den toon der dingen die kwamen, zij hadden door die volzinnen de rythmen hooren dansen van het wilde Revolutie-lied, de Carmagnole: "Ca ira, ca ira, ca ira, Celui qui s'eleve, on l'abaissera," en zij hadden gesidderd. Maar zij sidderden niet, want zij hoorden de wilde rythmen nog niet of zoo zij ze al hoorden was 't in een onwezenlijke verte en zij allen spraken het Mme de Pompadour na "na ons de zondvloed" en bleven lachen en schertsen en komediespelen en dwepen met den natuurstaat en met dien zonderlingen beer van een Rousseau, wiens vreemde ideeen heelemaal niet gevaarlijk schenen. Schreef hij niet in datzelfde boekje zalvende preekjes als dat de goede menschen in dien slechten tijd tot taak hadden de banden der gemeenschappen wier l
PREV.   NEXT  
|<   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103  
104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   >>   >|  



Top keywords:

rythmen

 

menschen

 

hadden

 
volzinnen
 
hoorden
 

geweld

 

ellende

 

natuurstaat

 

waarvan

 

hooren


waarin

 

gestemd

 

geweest

 
grooten
 
dronken
 

verrukking

 
dingen
 

mogelijk

 

Revolutie

 
Carmagnole

dansen

 

kwamen

 

hebzuchtige

 

opzicht

 

wettelijkheid

 

slechts

 
hoogtepunt
 

despotisme

 

tyrannie

 
berust

kinderen

 

vreemd

 
uitbundige
 

dansten

 
begeerd
 

natuur

 

geworpen

 

kracht

 

heelemaal

 

ideeen


gevaarlijk

 

schenen

 

Schreef

 

vreemde

 

Rousseau

 
gegoed
 
zonderlingen
 

datzelfde

 

boekje

 
banden