seau vriendelijk en hij bleef bij haar aan huis komen, ook nadat hij
de onhandigheid had begaan haar een declaratie te doen; een poos
fungeerde hij als gouverneur van haar zoontje. Met haar stiefzoon,
Francueil, een begaafd en beminnelijk mensch, musiceerde hij en zij
liefhebberden samen in de chemie, die in de mode begon te komen. Maar
eer hij nog tijd had gehad om in dit milieu vasten voet te vatten scheen
zijn leven een geheel andere wending te gaan nemen: de tusschenkomst van
Mme de Broglie bezorgde hem een post bij de diplomatie, hij werd
secretaris van den franschen gezant in Venetie.
[Illustratie: THERESE LEVASSEUR. (Naar een Sepia-teekening van Naudet).]
Ofschoon hij in naam slechts privaat-sekretaris van den gezant was,
vervulde hij in werkelijkheid de funkties van een gezantschap-sekretaris,
een moeilijke en verantwoordelijke post. Zijn meester, de Montaigu, was
een ezel, een stomme oud-militair, zonder eenig begrip van diplomatieke
aangelegenheden, en die alles aan zijn sekretaris overliet. Rousseau
vervulde, verzekert hij ons, zijn taak ijverig en nauwgezet; dat hij
in dezen nieuwen, voor hem ongewonen werkkring blijken gaf van
scherpzinnigheid en doorzicht kunnen wij gerust gelooven, al heeft hij
misschien in de "Confessions," vijf en twintig jaar na zijn verblijf te
Venetie geschreven, zijn positie en zijn invloed op den gang van zaken
een beetje al te gewichtig voorgesteld. Veel in de politieke instellingen
en zeden der oude dogenstad aan de Adriatische zee moest hem de indrukken
zijner kindsheid weer te binnen brengen en aan het milieu van zijn
vaderstad herinneren: Venetie was als Geneve een souvereine stad, bestuurd
dooreen trotsche,--ervaren aristocratie; het bezat evenals Geneve een oude
republikeinsche konstitutie, die den volkswaan vleide en bevredigde,
terwijl in werkelijkheid het gezag in handen der patriciers berustte. Zijn
werkkring riep politieke belangstelling in hem wakker, de aard van zijn
geest leidde die naar nadenken over het algemeene vraagstuk van den invloed
der politieke instellingen op den menschelijken staat. Zoo voegde Venetie
een nieuwen schakel toe aan zijn levens- en wereldbeschouwing.
Jaloerschheid van den adellijken botterik op den begaafden jongen man,
wiens zelfbewustzijn groeide met 't besef van zijn onmisbaarheid, maakte
de verhouding tusschen den gezant en zijn secretaris al spoedig
ondragelijk gespannen. De Montaigu begon Rousseau opzettelijk lomp en
beleedigend t
|