r;" de stijl die haar naam draagt beteekent een reaktie tegen de
overladen weelderigheid van het rococo.
[27] Het strijdpunt dat zoovele pennen in beweging heeft gebracht, nl.
de vraag in hoeverre Diderot's raad Rousseau bij de samenstelling van
zijn eerste "Discours" heeft beinvloed, komt mij voor vrij onbelangrijk
te zijn. Die invloed kan, voor wie Rousseau's verhaal van zijn innerlijk
gezicht op den weg naar Vincennes voelt als in hooge mate psychologisch-
waarschijnlijk, er slechts eene geweest zijn van bemoediging en
bevestiging, die raad hoogstens ondergeschikte punten betroffen hebben.
[28] "De arme schrijvers waren een erbarmelijk verschijnsel. Zoo
Colletet in de vorige eeuw "van keuken tot keuken zijn brood zocht"
(Boileau) hoefde hij zich niet de kostbare kleedij te verschaffen van
den letterkundige van later dagen, die verkeerde in de salons. In de
18de eeuw is Allainval, een geacht auteur wiens stukken vaak gespeeld
worden en die overal ontvangen wordt, zoo arm dat hij, bij gebrek aan
eenige verblijfplaats, in de draagkoetsen overnacht. Deze overmaat van
ellende en het parasitisme dat er uit volgde maakten, dat men de
schrijvers erg ongegeneerd behandelde. Mme du Tencin placht aan haar
habitues als nieuwjaarsgeschenk kuitenbroeken uit te reiken" (Michelet,
Histoire de France, XVI, 84).
[29] In de "Confessions" bekent Rousseau openhartig, dat de vrees voor
het ongemak dat zijn blaaskwaal hem soms veroorzaakte, een der motieven
was die hem de audientie deed weigeren.
DERDE HOOFDSTUK
DE GROOTE JAREN.
I. NAAR DE VEREENZAMING.
Madame d'Epinay, geboren d'Esclavelles, behoort, door aanleg en
levensloop, tot de typische vrouwen uit het millieu der haute finance
in de 18de eeuw. Gehuwd met een schatrijken belastingpachter, die haar
van 't begin van hun huwelijk af aan verwaarloosde, en in haast
ongelooflijke lichtzinnigheid en roekelooze verspilzucht millioenen
verbraste--tot hij ten slotte, stikkend in schulden, onder curateele
werd gezet--kon zij in haar huwelijk onmogelijk bevrediging vinden. Zij
was een levendige, magere brunette met groote vurige oogen, niet mooi
maar aantrekkelijk, een van die vrouwen die er altijd jonger uitzien dan
zij zijn. Zij merkte fijn en scherp op en had behoefte wat zij opmerkte
te uiten. Zij deed aan muziek en aan literatuur, was geestig, bel
esprit, ijdel en eerzuchtig. Zij wou graag beroemde persoonlijkheden
om zich heen hebben, haar salon maken tot een middel
|