assy had hij weer
een opera gekomponeerd, of eigenlijk een zang-spel in Italiaanschen
stijl, "De Dorpswaarzegger," en o wonder! de lieve melodieuse muziek
viel in den smaak, hij vond beschermers en zijn werk werd te
Fontainebleau voor den koning opgevoerd. Hij woonde de voorstelling bij,
in zijn gewone plunje, maar voelde zich toch niet behagelijk. "De
Dorpswaarzegger" had een enorm succes, de koning was verrukt: hij wilde
den componist audientie verleenen en hem een jaargeld schenken. Rousseau
weigerde op audientie te gaan[29] en sloeg het jaargeld af. Het eerste
begreep Diderot; het tweede vond hij bespottelijk: hierover liep hun
eerste twist. In dienzelfden tijd mengde hij zich in den strijd tusschen
de italiaansche en de fransche dramatische muziek die te Parijs was
uitgebarsten: de felheid, waarmede hij in een brochure de konventioneele
uitgedroogde stijl der fransche opera aanviel, wekte in intellektueel-
artistieke kringen een zoodanige beroering, dat zijn geschriftje zegt hij
"een revolutie verhoedde," door de opwinding en spanning op andere banen
te leiden. Een bewijs natuurlijk, hoe de revolutionaire stemming in de
jaren '50 nog slechts een betrekkelijk kleinen kring had aangegrepen.
Toen in dien tijd dat de omkeer in zijn binnenste hem bewust geworden
was, Therese opnieuw moest bevallen, dacht hij voor 't eerst ernstig
na of hij 't kindje, hun derde, weer te vondeling leggen zou. Hij
beschouwde dat nu niet meer als vanzelfsprekend, gelijk de vorige
keeren. Maar hij zag geen kans om zijn kinderen een goede opvoeding te
geven. Therese zou ze verwend, het voorbeeld van haar familie ze allicht
op den slechten weg gebracht hebben. Zelf was hij in die jaren geheel in
beslag genomen door zijn werk. En dan, handelde hij, zijn kinderen te
vondeling leggend, niet in de lijn van zijn beginsel? De opvoeding die
de gemeenschap hun gaf, maakte hen tot nuttige burgers der gemeenschap,
arbeiders of boeren. Zoo stelde hij zijn geweten gerust, ja
verhoovaardigde zich over zijn handelwijze, voelde zich door haar een
burger van den staat van Plato. Driemaal, nadat hij wereldschheid had
afgeschud, baarde Therese; driemaal deed hij, tegen haar wil, hun kind
naar 't vondelingen-huis brengen.
Spijt zou later komen, om 't geluk voor hen beide, dat hij zoo roekeloos
had weggeworpen; wroeging om zijn verwaarloosde plicht. In deze jaren
van vreemde gespannenheid voelde hij niets daarvan; het leek wel of de
bron van alle zachte aandoe
|