FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79  
80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   >>   >|  
l voorkwam hen en zei: --De deken zal borg zijn, ik ga het hem vragen. Gedachtig aan de zielmissen, trok hij naar den deken en vertelde hem dat de baas uit de Trompet van den duivel bezeten was, en dat hij van anders niets sprak dan van verkens en blinden; dat de verkens de blinden opaten en de blinden de verkens. Middelerwijl, zoo vertelde hij, brak de baas thuis alles aan stukken, en hij bad hem den armen man van dien boozen duivel te komen verlossen. De deken beloofde het, maar zei, dat hij niet dadelijk kon komen, mits hij bezig was met de rekening van 't kapittel te maken en dat dit zeer lastig was, zoo hij zijn garande wilde hebben. Toen Uilenspiegel zag dat hij ongeduldig werd, zegde hij dat hij zou terugkomen met het wijf van den baas en dat de deken haar zelve kon spreken. --'t Is goed, antwoordde de deken. Uilenspiegel keerde terug bij den baas en zegde: --Ik heb den deken gesproken, hij blijft borg voor de blinden. Terwijl gij op hen let, kan de bazinne meekomen, en hij zal heur herhalen wat ik u zegde. --Ga mee, vrouw, sprak de baas. De bazinne ging met Uilenspiegel bij den deken, die maar altijd aan 't cijferen was, om zijn aandeel te vinden. Toen zij binnenkwam met Uilenspiegel, maakte hij met de hand een driftig gebaar, zeggende: --Ga heen en wees gerust: morgen of overmorgen kom ik bij uwen man. En toen Uilenspiegel naar de Trompet terugkeerde, sprak hij onderweg in zich zelven: "Hij zal honderd gulden betalen en dat zal mijn eerste zielmisse zijn." En hij ging zijns weegs, en de blinden insgelijks. XXXVI. 's Anderen daags kwam Uilenspiegel op eene baan vol volk. Hij volgde de menigte en vernam, dat het dien dag beeweg naar Alsemberg was. Hij zag er arme oude vrouwen, die, voor een gulden en om de zonden van voorname dames te boeten, barrevoets achterweerts gingen. Terzijde van den weg deed meer dan een pelgrim zich te goed aan wafelen en bruinbier, bij geschal van lieren, violen en doedelzakken. En de reuk van allerhande spijzen steeg ten hemel als een zoete wierook. Maar daar waren ook pelgrims, die er gemeen en ellendig uitzagen; die hadden zes stuivers van de Kerk gekregen, om achterweerts den beeweg te doen. Een kaalhoofdig manneken, met opengesperde oogen, volgde hen insgelijks achterweerts springend en vaderonzen zeggend. Uilenspiegel, die wilde weten waarom hij aldus de kreeften naaeapte, ging voor hem staan en sprong glimlachend lijk hij. Lieren, p
PREV.   NEXT  
|<   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79  
80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   >>   >|  



Top keywords:

Uilenspiegel

 

blinden

 

verkens

 
achterweerts
 

volgde

 

Trompet

 

gulden

 

duivel

 
beeweg
 

vertelde


bazinne

 
insgelijks
 

voorname

 
gingen
 

pelgrim

 

zonden

 

boeten

 
barrevoets
 

Terzijde

 

wafelen


menigte

 
Anderen
 

eerste

 

zielmisse

 

Alsemberg

 

vernam

 
vrouwen
 

spijzen

 
opengesperde
 

springend


vaderonzen

 

manneken

 

kaalhoofdig

 

gekregen

 
zeggend
 
glimlachend
 
Lieren
 

sprong

 

waarom

 

kreeften


naaeapte

 

stuivers

 
betalen
 

allerhande

 

geschal

 

lieren

 
violen
 

doedelzakken

 

gemeen

 

ellendig