FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91  
92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   >>   >|  
evolge van den dood van den ouden man welke die bediening vervulde. Kornjuin zei hem: --Gij zult bazuinblazer van de stede wezen. Uilenspiegel volgde hem en hij werd gebracht op een van de hoogste torens der vestingen, in een goed verlucht hokje, dat open was voor alle winden, behalve voor dien uit 't Zuiden. Men zei hem, dat hij blazen moest als hij den vijand zag aankomen en, daarom steeds het hoofd vrij en de oogen helder moest houden, weshalve men hem niet te veel eten of drinken bracht. De hoofdman en zijne huurlingen bleven in de toren en kermisten heel den dag ten koste van het platteland. Daar werd meer dan een kapoen, wiens eenige misdaad was vet te zijn, gedood en opgesmuld. Uilenspiegel, die altijd vergeten werd en zich tevreden moest houden met zijn mageren disch, vond in 't heel geen behagen in den reuk van de saus. De Franschen kwamen, namen het vee mee, doch Uilenspiegel blies het alarm niet. Kornjuin kwam boven en vroeg: --Waarom hebt gij niet geblazen? Uilenspiegel sprak: --Gij hadt kunnen denken, dat het als dank was voor mijn eten. 's Anderen daags bestelde de hoofdman een groot festijn voor zich en zijne huurlingen, maar Uilenspiegel werd nogmaals vergeten. Zij gingen zich deugd doen aan 't lekkere maal, toen Uilenspiegel alarm blies. Kornjuin en zijne soldaten, meenende dat de Franschen daar waren, verlieten de tafel en sprongen te peerd. Zij reden in allerijl de stad uit, maar buiten vonden ze niets dan een os, die in de zonne herkauwde, en dien zij meenamen. Middelerwijl had Uilenspiegel zich volgestopt met vleesch en met wijn. Toen de hoofdman terugkwam, zag hij hem lachend en met waggelende beenen staan aan de deur van de zaal van 't festijn. Hij sprak: --'t Is verraderswerk van alarm te blazen als gij den vijand niet ziet, en van niet te blazen als ge hem wel ziet. --Mijnheer de hoofdman, antwoordde Uilenspiegel, ik heb geblazen om mij te verlichten, want in mijn toren was ik zoodanig opgeblazen van wind, dat ik vreesde te zullen wegvliegen. Laat mij maar ophangen, nu of een andere maal, zoo gij ezelsvel noodig hebt voor uwe trommelen. De hoofdman ging henen en zei geen woord. Maar Oudenaarde kreeg tijding, dat de genadige keizer Karel de stede zou komen bezoeken met een doorluchtig gezelschap. Bij die gelegenheid gaven de schepenen aan Uilenspiegel eenen bril, om Zijne Majesteit beter te zien aankomen. Uilenspiegel moest driemaal blazen, zoodra hij den keiz
PREV.   NEXT  
|<   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91  
92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   >>   >|  



Top keywords:
Uilenspiegel
 

hoofdman

 

blazen

 
Kornjuin
 

huurlingen

 

vergeten

 

festijn

 

geblazen

 

Franschen

 

houden


aankomen

 
vijand
 

volgestopt

 
gezelschap
 
driemaal
 

Middelerwijl

 

doorluchtig

 

genadige

 

tijding

 

vleesch


lachend

 

waggelende

 

beenen

 

meenamen

 

terugkwam

 
keizer
 

allerijl

 

bezoeken

 

verlieten

 

sprongen


buiten

 

herkauwde

 
zoodra
 

vonden

 

schepenen

 

ophangen

 

wegvliegen

 

vreesde

 

zullen

 

noodig


trommelen
 
ezelsvel
 

andere

 

opgeblazen

 

Oudenaarde

 
Majesteit
 

verraderswerk

 
Mijnheer
 
antwoordde
 

verlichten