FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96  
97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   >>   >|  
blijde: --Zij heeft mij bezien. Getweeen kwamen zij aan het huis van Lamme, omtrent eene brug over de Maas, en Lamme klopte aan de deur. Een eenoogige dienstmaagd kwam opendoen. Uilenspiegel zag dat zij oud, lang, mager en norsch was. --Sanginne, sprak Lamme tot haar, wilt gij dezen jongen man om u te helpen in uw werk? --Ik zal hem probeeren, sprak zij. --Neem hem, sprak hij, en laat hem de lekkernijen van uwe keuken proeven. Sanginne bracht toen drie zwarte pensen, eene pint kuite en eene homp brood. Terwijl Uilenspiegel aan 't eten was, smulde Lamme ook aan eene pens. --Weet gij, vroeg hij hem, waar onze ziel woont? --Neen, Lamme, sprak Uilenspiegel. --In onze maag, antwoordde Lamme, daar wordt ze steeds doorploegd om ons voortdurend nieuwe geesteskracht te schenken. En welke zijn onze beste gezellen? Het zijn de fijne brokken, begoten met wijn van de Maas. --Ja, sprak Uilenspiegel, pensen zijn aangenaam gezelschap voor een eenzame ziele. --Hij vraagt nog, Sanginne, sprak Lamme. Deze reis gaf Sanginne hem witte pensen. Terwijl Uilenspiegel zich volstopte, zei Lamme, in gedachten verslonden: --Als ik zal sterven, zal mijn maag met mij sterven, en hier beneden, in het vagevuur, zal men mij laten vasten, en laten ronddwalen met een slappen en ledigen buik. --De zwarte waren beter, zei Uilenspiegel. --Gij hebt er zes gegeten, sprak Sanginne, gij krijgt geene meer. --Uilenspiegel, sprak Lamme, gij zult hier goed behandeld worden, en eten lijk ik. --Dat woord zal ik onthouden, zei Uilenspiegel. Uilenspiegel, ziende dat hij at lijk Lamme, was gelukkig. De pensen die hij gegeten had, gaven hem zulken moed, dat hij dien dag ketels, potten en pateelen deed blinken lijk zonnen. Daar hij goed leven had in dit huis, verbleef hij geerne in kelder en keuken, en liet hij den zolder aan de katten. Eens had Sanginne twee kiekens te braden, en beval tot Uilenspiegel aan het spit te draaien, terwijl zij naar de markt om de toespijzen ging. Als de twee kiekens gebraden waren, at Uilenspiegel er een op. Sanginne kwam terug en ze sprak: --Er waren twee kiekens, en ik zie er maar een meer. --Doe uw ander oog open en gij zult ze alle twee zien, antwoordde Uilenspiegel. Woedend ging zij dat vertellen aan Lamme Goedzak, die naar de keuken kwam en aldus sprak tot Uilenspiegel: --Waarom spot gij met de meid? Er waren twee kiekens. --Inderdaad, Lamme, sprak Uilenspiegel, maar als
PREV.   NEXT  
|<   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96  
97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   >>   >|  



Top keywords:

Uilenspiegel

 

Sanginne

 

pensen

 
kiekens
 
keuken
 

sterven

 

antwoordde

 

Terwijl

 
zwarte
 

gegeten


ziende
 

gelukkig

 

onthouden

 

ronddwalen

 

slappen

 

ledigen

 

vasten

 

beneden

 
vagevuur
 

behandeld


krijgt

 

zulken

 

worden

 

terwijl

 

toespijzen

 

gebraden

 

Inderdaad

 

Waarom

 

Woedend

 

vertellen


Goedzak

 

draaien

 
blinken
 

zonnen

 

pateelen

 

ketels

 

potten

 
verbleef
 
katten
 

braden


zolder

 
geerne
 

kelder

 

probeeren

 
helpen
 
jongen
 

lekkernijen

 

proeven

 

bracht

 

kwamen