FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122  
123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   >>   >|  
le viel zachtjes in slaap. Katelijne zegde heur: --Ga in het kleine huis omtrent de Warande, het geliefkoosd verblijf van keizer Karel. --Ik ben, sprak Nele stille, in een kleine kamer, groen geschilderd. Daar zit een man van vier en vijftig jaar, grijs en kaal, met blonden baard op een vooruitstekende kin, met onheilspellenden blik in zijne sluwe, wreede en listige oogen. Dien man heet men Heilige Majesteit. Hij is aamborstig en hoest. Naast hem zit nog een man, jonger, met een afschuwelijk gelaat gelijk een aap met een waterhoofd. Ik zag hem te Antwerpen, 't is koning Philippus. Zijne Heilige Majesteit verwijt hem, dat hij zeker weer bij eene of andere slet in eene kroeg van de benedenstad uitgeslapen heeft. Hij zegt hem dat zijn haar naar de taveerne riekt, en dit geen vermaak is voor een koning die te kiezen heeft tusschen de aanbiddelijkste vrouwen met satijnen huid, die uit geurige baden komen, wat beter is, zegt hij, dan een vuile smots die met moeite uit de armen komt van een dronken soldaat. Geene vrouw, onder de schoonsten en edelsten, 't zij maagd, gehuwd of weduw, zegt hij hem, zou hem willen wederstaan; trotsch zouden zij heure minnarijen verlichten met den gloed van wierookvaten, in stee van het walmende licht eener stinkende vetkeers. De koning antwoordt Zijne Heilige Majesteit, dat hij hem in alles gehoorzaam zal wezen. Ik zie dat Zijne Heilige Majesteit een hoestbui krijgt en eenige slokken kruidenwijn drinkt. Hij zegt tot Philippus: Aanstonds zullen voor Ons verschijnen de Staten-Generaal, prelaten, edelen en poorters: Oranje de Zwijger, Egmond de IJdele, Hoorn de Onbeminde, Brederode de Leeuw en allen die van het Gulden Vlies, van hetwelk ik u grootmeester zal maken. Honderden liefhebbers voor dat speelgoed zult gij zien die zich den neus zouden laten afsnijden, zoo zij het op den borst aan een gouden ketting mochten dragen, tot teeken van hoogen adel. Op jammerenden toon vervolgt Zijne Heilige Majesteit tot koning Philippus: Gij weet mijn zoon, dat ik te uwen voordeele afstand doe, aan de wereld een grootsch schouwspel ga geven, en voor eene groote menigte spreken zal, hikkend en hoestend,--want wederom heb ik te veel gegeten, mijn zoon,--en gij zoudt een steenen hert moeten hebben, zoo gij, na mij aanhoord te hebben, niet eenige tranen wildet storten. --Ik zal weenen, vader, antwoord koning Philippus. Vervolgens spreekt Zijne Heilige Majesteit tot zijn dienstknecht Dubois. --Dub
PREV.   NEXT  
|<   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122  
123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   >>   >|  



Top keywords:

Heilige

 

Majesteit

 

koning

 

Philippus

 

hebben

 

zouden

 

eenige

 

kleine

 

Gulden

 

liefhebbers


Brederode
 

speelgoed

 

Honderden

 
grootmeester
 
hetwelk
 
Oranje
 

hoestbui

 
krijgt
 

slokken

 

drinkt


kruidenwijn

 

gehoorzaam

 

vetkeers

 

stinkende

 

antwoordt

 

Aanstonds

 

zullen

 

Zwijger

 

Egmond

 

IJdele


poorters
 
edelen
 
verschijnen
 

Staten

 

Generaal

 

prelaten

 

Onbeminde

 

Dubois

 
spreken
 
weenen

hikkend

 

hoestend

 
menigte
 

groote

 
grootsch
 

wereld

 
schouwspel
 

wederom

 

storten

 
aanhoord