FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95  
96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   >>   >|  
ngen worden, Uilenspiegel. Maar de burgemeesteren en schepenen veroordeelde hij om, zes maanden lang, eenen bril van achteren op het hoofd te dragen, opdat, zegde hij, als die van Oudenaarde van voren niet zien, zij tenminste van achteren zouden zien. En, bij keizerlijk decreet, staat die bril nog heden op het wapen van de stad. En Uilenspiegel ging zediglijk henen, met een kleine tassche vol geld, dat de vrouwen hem hadden gegeven. XLIII. Uilenspiegel, die te Luik op de vischmarkt liep, zag een dikken jongeling, die een net met allerhande gevogelte onder den arm droeg en nog een ander vulde met schelvisch, forellen, paling en karpers. Uilenspiegel herkende Lamme Goedzak. --Wat doet gij hier, Lamme? vroeg hij. --Gij weet, sprak hij, dat die van Vlaanderen welkom zijn in het zoete land van Luik; ik ben hier heengetrokken door de liefde. En gij? --Ik zoek een meester om brood te verdienen, antwoordde Uilenspiegel. --'t Is droge kost, zei Lamme. Een rozenkrans van ortolanen met eene lijster, als credo, staat verre daarboven. --Zijt gij rijk? vroeg Uilenspiegel hem. Lamme Goedzak antwoordde: --'k Verloor mijn vader, mijn moeder en mijn jongere zuster, die mij altijd sloeg. Ik erfde hun vermogen en ik woon met eene dienstmaagd, die maar een oog heeft, zeer ervaren in de kunste van braden en koken. --Wil ik uwe visch en uw gevogelte dragen, vroeg Uilenspiegel. --Ja, sprak Lamme. En beiden slenterden voort langs de markt. Eensklaps vroeg Lamme: --Weet gij waarom gij niet wijs zijt? --Neen, antwoordde Uilenspiegel. Omdat gij dit eten in de hand draagt, in stee van in uwe maag. --Inderdaad, Lamme, antwoordde Uilenspiegel; maar sinds ik geen brood meer heb, willen de ortolanen mij niet meer bezien. --Gij zult er hebben, Uilenspiegel, sprak Lamme, en gij zult mij dienen als gij mijne dienstmaagd vermoogt te bevallen. Terwijl zij voortgingen, toonde Lamme aan Uilenspiegel, een schoone, lieve, poezele meid, in zijde gekleed, die langs de markt liep en Lamme toelonkte. Een oud man, heur vader, ging achter heur met twee netten, een met visch, het ander met wild. --Die, sprak Lamme, die wordt mijne gade. --Ja, sprak Uilenspiegel, ik ken heur, 't is een Vlaamsche van Zottegem; zij woont in de rue Vinave-d'Isle, en de buren zeggen, dat hare moeder in heure plaats de straat voor de deur keert en dat heur vader heure hemdenen strijkt. Doch Lamme antwoordde niet en sprak
PREV.   NEXT  
|<   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95  
96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   >>   >|  



Top keywords:

Uilenspiegel

 

antwoordde

 

Goedzak

 

dienstmaagd

 

ortolanen

 

moeder

 

gevogelte

 
achteren
 

dragen

 

zeggen


Eensklaps

 

waarom

 

kunste

 

braden

 

hemdenen

 

ervaren

 
strijkt
 

beiden

 

slenterden

 

draagt


plaats

 

straat

 

schoone

 

poezele

 

toonde

 

bevallen

 
Terwijl
 

voortgingen

 

netten

 

toelonkte


gekleed

 

vermoogt

 

Vinave

 

achter

 

Inderdaad

 

Zottegem

 

Vlaamsche

 

hebben

 
dienen
 

willen


bezien
 
tassche
 

vrouwen

 
kleine
 

zediglijk

 
hadden
 

gegeven

 

allerhande

 

jongeling

 

dikken