FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113  
114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   >>   >|  
n heur, maar zij kan uit het water niet weg, zoo goed, zoo koel is het daar. Zij weet niet, de arme ziele, dat daarboven heerlijke geurige baden heur wachten, in dewelke groote stukken kandijsuiker drijven, en die koel zijn als ijs. Daar komt een haai: zij vreest hem niet. Zij klimt op zijnen rug, maar hij voelt heur niet; zij wil met hem in 't diepste der zee dringen. Zij gaat er de zeenimfen groeten, die waterzooi eten in koralen ketels en versche oesters in perelmoeren tellooren. En zij wordt goed ontvangen, onthaald en gevierd; de engelen roepen heur altijd omhoog. Gansch verkwikt, gelukkig, begint zij te zingen als een leeuwerik en vliegt zij naar 't hoogste der hemelen, alwaar God glorierijk op Zijnen troon is gezeten. Zij vindt daar al heure vrienden en magen terug, behalve diegenen, die de aflaten en Onze Moeder de Heilige Kerke versmaadden en branden in het diepste der helle. En dat voor altijd, altijd, altijd, in de eeuwigheid der eeuwigheden. Maar de andere ziele, zij is bij den Heere; zij verkwikt zich in welriekende baden en knabbelt kandijsuiker. Koopt aflaten, mijne broeders: men heeft er tegen alle prijzen, tegen dukaten, tegen gouden florijnen, Engelsche sovereings! Kopergeld wordt niet versmaad. Koopt! koopt! alhier is de heilige winkel; armen en rijken worden gediend, maar krediet geeft men niet, mijne broeders, want koopen zonder klinkende munt is eene misdaad in de oogen van den Heer." De broeder, die niet preekte, rammelde met den schotel. Guldens, dukaten, lammeren, oortjes, stuivers en deniers vielen er in als hagelsteenen. Klaas, die nu geld had, betaalde een gulden voor tienduizend jaar aflaat. De monniken gaven hem daarvoor een stuksken perkament. Eindelijk ziende, dat er in Damme niemand overbleef dan de hertevreters, die geen aflaten zouden koopen, trokken de beide broeders naar Heist. LV. Gekleed met zijne pelgrimspij en met eene absolutie in regel op zak, verliet Uilenspiegel de heilige stede. Hij ging recht voor zich en kwam te Bamberg, waar de smakelijkste groenten der wereld zijn. Hij kwam in eene afspanning, waar een vroolijke weerdinne hem vroeg: --Jonge meester, wilt gij eten voor uw geld? --Ja, sprak Uilenspiegel. Maar voor hoeveel eet men hier? De hospita sprak: --Aan de tafel der heeren eet men voor zes gulden; aan de tafel der poorters voor vier, en aan de huistafel voor twee. --Hoe meer, hoe liever! antwoordde Uilenspiegel. Hij ging dus aan de t
PREV.   NEXT  
|<   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113  
114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   >>   >|  



Top keywords:

altijd

 

Uilenspiegel

 

broeders

 

aflaten

 

verkwikt

 

diepste

 

koopen

 

dukaten

 

kandijsuiker

 

heilige


gulden
 

monniken

 

aflaat

 
Eindelijk
 
betaalde
 
perkament
 

tienduizend

 
stuksken
 

daarvoor

 

Guldens


broeder

 

misdaad

 

zonder

 

klinkende

 

preekte

 

rammelde

 

deniers

 

vielen

 

hagelsteenen

 

stuivers


oortjes
 
schotel
 
ziende
 

lammeren

 

hoeveel

 

hospita

 

weerdinne

 

meester

 
heeren
 
liever

antwoordde

 

poorters

 
huistafel
 

vroolijke

 
afspanning
 

trokken

 
Gekleed
 

zouden

 

niemand

 
overbleef